Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 december 2021;
3.Het geschil
c) zal bepalen dat de provincie het bijkomend aanbod vermeld onder 5.2 gestand doet,
verzoekt de rechtbank het voorschot te bepalen op de aan hem toekomende schadeloosstelling ter hoogte van 100%, te vermeerderen met deskundigenkosten en eventuele belastingschade van het door de provincie aangeboden bedrag, een en ander met veroordeling van de provincie in de kosten van dit geding.
4.De beoordeling
De rechtbank zal het voorschot op de schadeloosstelling vaststellen op 100% van het bij dagvaarding aangeboden bedrag, te weten € 110.803,-- (exclusief de deskundigenkosten en eventuele belastingschade). Een ondubbelzinnige wilsverklaring waarin [gedaagde] afstand doet van zekerheidstelling voor de voldoening van een deel van het voorschot op de schadeloosstelling, als het voorschot op het lagere, in de wet als hoofdregel neergelegde, uitgangspunt van 90% wordt bepaald, ontbreekt immers en de provincie heeft subsidiair gevorderd te bepalen dat zekerheid wordt gesteld door 100% van het aangeboden bedrag aan schadeloosstelling als voorschot te betalen.
kan zich op zichzelf vinden in het bijkomend aanbod, zodat de rechtbank, overeenkomstig de vordering van de provincie, zal bepalen dat de provincie het bijkomend aanbod gestand doet.
5.De beslissing
18 mei 2022ter griffie van de rechtbank dient te worden gedeponeerd,