Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.de besloten vennootschap Mik Krommenie Beheer B.V.
Nick Dion Beheer B.V.
[gedaagde]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.Het verweer tegen de tegenvordering
6.De beoordeling
behoudens voor zover het de nakoming van hetgeen is vastgelegd in deze overeenkomst betreft over en weer niets meer van elkaar te vorderen te hebben” en dat ze met deze vaststellingsovereenkomst “
een streep beogen te zetten onder hun samenwerking om ieder – in goede harmonie – hun eigen weg te gaan”. Deze tekst is op zich duidelijk: de finale kwijting ziet niet op de nakoming van wat er in de vaststellingsovereenkomst is geregeld, maar gaat over de beëindiging van de samenwerking. Uit de tekst van de vaststellings-overeenkomsten blijkt dus niet - zonder meer - dat een geschil over of eventuele schade als gevolg van het niet nakomen van de daarin gemaakte afspraken, onder de finale kwijting valt. Dat is op zich ook niet logisch, omdat dat geschil en die schade er op dat moment (nog) niet waren. MIK Krommenie en Nick Dion hebben niet gesteld op basis waarvan zij iets anders mogen verwachten. Dat betekent dat eventuele latere schade als gevolg van een tekortkoming wegens het niet goed afwikkelen van de overdracht en/of niet voldoende afleggen van rekening en verantwoording niet onder de regeling van finale kwijting valt.
een utopie” is omdat het “
telkens een eeuwigheid[duurt]
voordat wij een getekende bon hebben om te factureren”. Daarna hebben partijen op 27 november 2020 nog met elkaar gesproken in het kader van de overdracht. Het staat vast dat de heer [gedaagde] de bespreking na ongeveer een kwartiertje heeft verlaten.