Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- het tussenvonnis van 8 december 2021
- de conclusie van antwoord in reconventie van de zijde van [eiser] met bijlage 1, alsmede bijlagen 15 tot en met 17 bij dagvaarding
- de aanvullende productie 15 van de zijde van [gedaagde 1] c.s.
- de mondelinge behandeling van 3 februari 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden. Mr. Van de Leur heeft gebruik gemaakt pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.
3.De feiten
4.Het geschil
in conventie
5.De beoordeling
in conventie
Het gevorderde verbod om (in de toekomst) een camera te plaatsen waarmee opnames gemaakt kunnen worden van het perceel van [gedaagde 1] c.s. wordt ook afgewezen. Bij deze vordering hebben [gedaagde 1] c.s. geen belang, omdat zij niet aannemelijk hebben gemaakt dat er aanleiding is voor een dergelijk algemeen - en voor een ieder geldend - verbod. [eiser] maakt immers geen inbreuk op de privacy met de huidige camera’s, is zich bewust van de voor camera’s geldende regels en bovendien is niet gebleken van een voornemen tot aanschaf van meer camera’s. De vordering dient daarom te worden afgewezen.