Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 december 2021
- de conclusie van antwoord in reconventie van de zijde van de vrouw
- de akte indienen nadere producties 2 tot en met 15 van de zijde van de man
- de mondelinge behandeling van 28 januari 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden.
2.De zaak in het kort
3.Feiten
4.Het geschil
in conventie
de wijze van verdeling van de tussen partijen bestaande eenvoudige gemeenschap te gelasten door het gemeenschappelijke registergoed van partijen staande en gelegen te [plaats] , gemeente [gemeente], aan het adres [adres] ([postcode]) op gezamenlijke opdracht en bij helfte te delen kosten van partijen door Hoekstra & Van Eck [gemeente] Makelaars te Hoofddorp, gemeente [gemeente] voor een zo hoog mogelijke verkoopprijs te verkopen, met een maximale opleveringstermijn van drie maanden, een en ander conform de adviezen van deze makelaar, te vermeerderen met de opbrengst van de aan de hypothecaire geldlening verbonden Rabo-opbouwspaarrekening ([nummer] in die zin dat de vrouw uit de netto verkoopopbrengst vermeerder met de opbrengst van de aan de hypothecaire geldlening verbonden Rabo-Opbouw-spaarrekening eerst krijgt vergoed een bedrag ad € 67.495,26 en de resterende opbrengst bij helfte tussen partijen wordt verdeeld;
onder veroordeling van de man binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis mee te werken aan het verstrekken van de gezamenlijke opdracht aan voormeld makelaarskantoor, met machtiging van de vrouw om bij gebreke van die medewerking van de man die gezamenlijke verkoopopdracht op gezamenlijke kosten mede namens de man te verstrekken;
onder veroordeling van de man om voorts binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis alle vereiste medewerking te velrenen aan de verkoop en levering van dat registergoed aan de meest biedende derde, bij gebreke waarvan dit vonnis in de plaats zal treden van die vereiste medewerking van de man aan de ondertekening van de verkoopovereenkomst en aan de ondertekening van de notariële leveringsakte van dat gemeenschappelijk registergoed aan de meest biedende derde;
onder veroordeling van de man om alle noodzakelijke medewerking te verlenen om verkoop tot stand te brengen waaronder het toelaten van de makelaar en potentiële kopers tot de woning en de woning in goede staat te houden/brengen voor bezichtigingen en dat er een verkoopbord aan c.q. bij de woning zal worden bevestigd, een en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of dagdeel dat de makelaar constateert dat de man in gebreke blijft hieraan te voldoen;
de man te veroordelen in de kosten van deze procedure.
te bepalen dat de man in de gelegenheid gesteld wordt om binnen zes maanden na het door de rechtbank te wijzen vonnis het eigendomsaandeel van de vrouw over te nemen onder de voorwaarde van ontslag van de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid;
te bepalen dat de man voor zijn werkzaamheden aan de woning een bedrag van 50.000 euro vergoed krijgt;
te bepalen dat de man de door hem gedane betalingen vergoed krijgt;
dan wel de wijze van verdeling vast te stellen door de rechtbank op een in goede justitie te bepalen wijzen, rekening houdend met de belangen van alle partijen alsmede het algemeen belang;
te bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
5.De beoordeling in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
het verkrijgen van (hypothecaire) financiering, en de vrouw niet in de gelegenheid is gesteld om de inspectie door de makelaar bij te wonen. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze bezwaren gegrond. Er moet daarom een nieuwe taxatie van de woning plaatsvinden.
toedeling van de woning aan één van partijen. Bij de inspectie van de woning door de makelaar mogen beide partijen aanwezig zijn. De vrouw zal bij akte het taxatierapport in het geding brengen en heeft de mogelijkheid om zich in die akte eveneens uit te laten over die taxatie. Vervolgens mag de man bij antwoordakte reageren. Daarbij dient de man in te gaan op de vraag of hij de woning voor de getaxeerde waarde zoals vermeld in het nieuwe taxatierapport wenst toebedeeld te krijgen en of hij hiertoe over de financiële mogelijkheden beschikt. Indien de man de woning niet toebedeeld wenst te krijgen, dan zal de woning verkocht moeten worden.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de man zijn stelling dat hij op grond van de tussen partijen gemaakte afspraak om naar evenredigheid bij te dragen in de kosten van de huishouding nog een vordering heeft op de vrouw onvoldoende concreet onderbouwd. De enkele opsomming van wat partijen op de gezamenlijke rekening hebben gestort is daarvoor gelet op de betreffende bepaling in de samenlevingsovereenkomst (zie 3.2) onvoldoende. Dit deel van de vordering zal dan ook worden afgewezen. De vraag of de man inmiddels zijn recht heeft verwerkt kan onbeantwoord blijven.
6.De beslissing
6 april 2022voor het nemen van een akte door de vrouw over hetgeen is vermeld onder 5.3 waarna de man op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen over hetgeen is vermeld onder 5.3,