ECLI:NL:RBNHO:2022:1951
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van overgenomen spullen na huurwoningoverdracht
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.T. Leigh, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die de huurwoning van eiseres heeft overgenomen. De vordering betreft de betaling van € 540,00 voor diverse spullen die gedaagde van eiseres heeft overgenomen, zoals vloerbedekking en gordijnen. Eiseres stelt dat de betaling niet afhankelijk is van de oplevering van de woning, terwijl gedaagde aanvoert dat er tekortkomingen zijn in de staat van de woning, waaronder een lekkage en niet-onderhouden muren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat partijen zijn overeengekomen dat gedaagde de spullen zou overnemen en dat de betaling niet afhankelijk is van de oplevering. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde de overeengekomen betaling van € 540,00 moet voldoen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen, omdat niet is aangetoond dat er een kosteloze aanmaning heeft plaatsgevonden. De proceskosten zijn voor rekening van gedaagde, die ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter mr. B. Voogd op 2 maart 2022.