In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Noord-Holland, heeft eiseres, een groothandel in kaas, een kort geding aangespannen tegen World Wide Cheese B.V. en haar bestuurders. De aanleiding voor het geschil is een vonnis van 8 december 2021, waarbij eiseres werd veroordeeld tot betaling van bedragen aan World Wide en haar bestuurder. Eiseres vordert in dit kort geding de schorsing van de executie van dat vonnis, omdat zij meent dat er kennelijke misslagen in het vonnis zijn gemaakt en dat er een reëel restitutierisico bestaat. De rechtbank heeft de procedure op 25 januari 2022 behandeld, waarbij de partijen hun standpunten hebben toegelicht. Eiseres stelt dat de rechtbank ten onrechte het bedrag van € 50.000,- als opeisbaar heeft toegewezen en dat er geen rekening is gehouden met de omstandigheden rondom de ontbinding van de agentuurovereenkomst. Eiseres vreest dat de gedaagden niet in staat zijn om aan hun verplichtingen te voldoen, wat zou leiden tot een onaanvaardbaar restitutierisico. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen sprake is van kennelijke misslagen en dat de vordering van eiseres moet worden afgewezen. Eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden.