ECLI:NL:RBNHO:2022:1920

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 februari 2022
Publicatiedatum
8 maart 2022
Zaaknummer
9475489 \ CV EXPL 21-4925
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling in het kader van online consumentenkoop met onvoldoende betwisting door de gedaagde

In deze zaak heeft bol.com B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die online aankopen heeft gedaan maar de koopprijs niet heeft betaald. De kantonrechter heeft op 16 februari 2022 uitspraak gedaan in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar. Bol.com vordert een totaalbedrag van € 176,66, bestaande uit de onbetaalde koopprijs van € 132,89, buitengerechtelijke incassokosten van € 39,92 en wettelijke rente. De gedaagde heeft de vordering gedeeltelijk betwist, met als argument dat zij de aanmaningen van het incassobureau niet heeft ontvangen door omstandigheden die voor haar risico komen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat bol.com haar vordering voldoende heeft onderbouwd en dat de gedaagde niet tijdig heeft gereageerd op de aanmaningen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde de hoofdsom van € 132,89 moet betalen, evenals de gevorderde wettelijke rente en incassokosten. De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde, aangezien zij ongelijk heeft gekregen in deze procedure. De persoonlijke en financiële omstandigheden van de gedaagde zijn niet voldoende om haar betalingsverplichting te ontlopen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9475489 \ CV EXPL 21-4925 BL
Uitspraakdatum: 16 februari 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
bol.com B.V.
gevestigd te Amsterdam
eiseres
verder te noemen: bol.com
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Bol.com heeft bij dagvaarding van 17 september 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Bol.com heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De vordering en het verweer

2.1.
Bol.com vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 176,66. Zij legt aan de vordering – kort weergegeven – het volgende ten grondslag. [gedaagde] heeft online aankopen heeft gedaan, die door bol.com zijn geleverd en door [gedaagde] zijn behouden. [gedaagde] heeft de koopprijs van in totaal € 132,89 onbetaald gelaten, ondanks herhaalde aanmaning. Daarom is [gedaagde] ook buitengerechtelijke incassokosten (€ 39,92) en wettelijke rente (tot 17 september 2021 berekend op € 3,85) verschuldigd.
2.2.
[gedaagde] betwist de vordering (gedeeltelijk), en voert daartoe – samengevat – aan dat bol.com onnodig (proces)kosten heeft gemaakt. De brieven van het incassobureau heeft [gedaagde] niet ontvangen, omdat zij op 25 maart 2020 vanuit het ouderlijk huis is verhuisd en op zichzelf is gaan wonen, en omdat zij wegens familieomstandigheden vanaf juli 2021 enige maanden in Turkije verbleef. Het incassobureau had de brieven naar het nieuwe adres moeten sturen, of telefonisch contact met [gedaagde] moeten opnemen, dan zou zij de € 90,00 hebben betaald, aldus [gedaagde] .
2.3.
[gedaagde] en haar ouderlijk gezin worden ondersteund door een ambulant cliëntbegeleider bij Esdégé-Reigersdaal ( [xxx] ), die een schriftelijke toelichting heeft gegeven op de persoonlijke en financiële omstandigheden waarin [gedaagde] zich bevindt.

3.De beoordeling

3.1.
Het gaat in deze zaak om facturen, die voortvloeien uit koopovereenkomsten op afstand tussen bol.com als handelaar en [gedaagde] als consument. De kantonrechter heeft bij de beoordeling van de vordering ook ambtshalve getoetst aan het dwingende consumentenrecht. Deze toets geeft geen aanleiding tot maatregelen of opmerkingen.
3.2.
Bol.com vordert een hoofdsom van € 132,89. Dit is het totaalbedrag van vier facturen, die in de dagvaarding zijn omschreven en daarbij zijn overgelegd. Uit deze facturen blijkt dat het gaat om een krultang met aankoopdatum 7 maart 2020 (€ 36,90), en drie stuks speelgoed met aankoopdatum 23 maart 2020 (een speelgoed boormachine (€ 22,99), een speelgoed accuschroevendraaier (€ 19,05) en een ijscokar speelset (€ 53,95)). Daarmee heeft bol.com haar vordering voldoende gespecificeerd en onderbouwd.
3.3.
[gedaagde] erkent dat zij een bedrag van € 90,00 aan bol.com moet betalen. Maar zij specificeert niet waarop dit bedrag betrekking heeft. Verder betwist [gedaagde] niet dat zij de in de facturen genoemde artikelen heeft besteld en ontvangen. Daarmee heeft [gedaagde] het resterende bedrag van de door bol.com gevorderde hoofdsom onvoldoende betwist. Dit betekent dat de hoofdsom van € 132,89 moet worden toegewezen.
3.4.
Ook de gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom kan worden toegewezen, omdat niet is betwist dat de facturen te laat zijn betaald en dat [gedaagde] daarmee in verzuim is gekomen.
3.5.
Verder vordert bol.com een bedrag van € 39,92 voor buitengerechtelijke incassokosten. Bol.com heeft op 23 juli 2021 een aanmaning aan [gedaagde] gestuurd, die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Deze brief is gezonden aan het nieuwe, huidige adres van [gedaagde] . [gedaagde] betwist op zichzelf niet dat de aanmaning door het incassobureau is verzonden, maar voert aan dat zij deze (en volgende) brieven niet heeft gezien, omdat zij vanaf begin juli 2021 in het buitenland verbleef. Via haar zusje is zij pas in september 2021 bekend geworden met de correspondentie en de dagvaarding, aldus [gedaagde] . Maar dit helpt haar niet. Het feit dat [gedaagde] vanwege haar langdurige afwezigheid niet tijdig bekend was met de aanmaningen, komt voor haar rekening en risico. Het lag op de weg van [gedaagde] om ervoor te zorgen dat haar post tijdens haar afwezigheid voldoende regelmatig werd bekeken om daarop op tijd te kunnen reageren. Bol.com mocht ervan uitgaan dat de brieven [gedaagde] (op tijd) hebben bereikt, en het incassobureau hoefde geen telefonisch contact te zoeken met [gedaagde] . Daarbij wordt in aanmerking genomen dat [gedaagde] , door haar aankopen bij bol.com en de levering van het gekochte, bekend moet worden verondersteld met het feit dat zij de koopprijs daarvoor nog moest betalen. Het voor incassokosten gevorderde bedrag komt overeen met het in het toepasselijke Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief, en zal worden toegewezen.
3.6.
[gedaagde] maakt verder bezwaar tegen de proceskosten. Uitgangspunt is dat de proceskosten voor rekening komen van de partij die ongelijk krijgt. Dat is in deze zaak [gedaagde] . De kantonrechter kan kosten die nodeloos zijn gemaakt of veroorzaakt voor rekening laten van de partij die deze nodeloos maakte of veroorzaakte. [1] Daarvan is in deze zaak geen sprake. Ook is geen sprake van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen van bol.com. Vast staat dat [gedaagde] in maart 2020 de koopovereenkomsten heeft gesloten, en dat zij haar daaruit voortvloeiende verplichting om de koopprijs te betalen niet is nagekomen, ook niet nadat zij daarvoor herhaaldelijk schriftelijk en op de juiste wijze is aangemaand. De persoonlijke en financiële omstandigheden van [gedaagde] doen niet af aan haar betalingsverplichting. Zoals hiervoor al is overwogen komt het feit dat zij de aanmaningen niet tijdig heeft gezien voor haar risico. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat bol.com te snel en ten onrechte tot gerechtelijke invordering van haar vordering is overgegaan. De proceskosten komen dus voor rekening van [gedaagde] .

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan bol.com van € 176,66, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 132,89 vanaf 17 september 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van bol.com tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 102,15
griffierecht € 126,00
salaris gemachtigde € 74,00 ;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 237 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering