ECLI:NL:RBNHO:2022:1868

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 maart 2022
Publicatiedatum
7 maart 2022
Zaaknummer
9440375 CV EXPL 21-4595
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van leasetermijnen en beëindigingskosten in het kader van een leaseovereenkomst met storingen aan de auto

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Alphabet Nederland B.V. een vordering ingesteld tegen de heer [gedaagde] wegens openstaande leasetermijnen en beëindigingskosten na het voortijdig beëindigen van een leaseovereenkomst. De leaseovereenkomst, aangegaan in december 2016, betrof een Tesla X die aan [gedaagde] ter beschikking was gesteld. Alphabet vorderde betaling van € 14.831,11, inclusief rente en kosten, omdat [gedaagde] de facturen voor de maandtermijnen en beëindigingskosten niet had voldaan. [gedaagde] verweerde zich door te stellen dat de auto vaak storingen vertoonde, waardoor hij niet goed te gebruiken was, en vorderde in reconventie een terugbetaling van een kwart van de betaalde leasetermijnen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de leaseovereenkomst op 4 mei 2021 is geëindigd en dat [gedaagde] in beginsel de leasetermijnen over januari, februari en de eerste vier dagen van mei 2021 verschuldigd was. De rechter oordeelde dat [gedaagde] onvoldoende bewijs had geleverd van de storingen en dat Alphabet niet tekort was geschoten in haar verplichtingen. De vordering van Alphabet werd toegewezen, en [gedaagde] werd veroordeeld tot betaling van de openstaande bedragen, terwijl de tegenvordering van [gedaagde] werd afgewezen. De proceskosten werden aan [gedaagde] opgelegd, omdat hij in het ongelijk was gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9440375 CV EXPL 21-4595
Uitspraakdatum: woensdag 9 maart 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Alphabet Nederland B.V.
gevestigd te Breda
eisende partij
verder te noemen: Alphabet
gemachtigde: mr. H.J.M. Hofman
tegen
de heer
[gedaagde] , h.o.d.n. [bedrijfsnaam]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. G.A. Speelman
De zaak in het kort
Alphabet en [gedaagde] zijn in december 2016 een leaseovereenkomst aangegaan op grond waarvan Alphabet een auto ter beschikking stelt aan [gedaagde] . Op 5 mei 2021 is deze lease voor de einddatum van het contract geëindigd. Alphabet vordert betaling van openstaande leasetermijnen, van een aantal vergoedingen die samenhangen met het voortijdige einde van de lease en van brandstofkosten. [gedaagde] vindt dat hij niet hoeft te betalen omdat de auto hem vaak in de steek heeft gelaten en zodanig onbetrouwbaar was dat hij niet goed te gebruiken was. Omdat de auto niet goed te gebruiken was, vordert hij in reconventie betaling van een bedrag gelijk aan een kwart van de aan hem in rekening gebrachte leasetermijnen. Die vordering wordt afgewezen. [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van de door Alphabet aan hem gezonden facturen. Hij heeft onvoldoende gepreciseerd wanneer de auto storingen had, wat de aard daarvan was en hoelang het duurde voordat deze storingen verholpen waren.

1.Het procesverloop

1.1.
Alphabet heeft bij dagvaarding van 9 september 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Alphabet heeft vervolgens schriftelijk gereageerd in de zaak van de tegenvordering.
1.3.
Op 10 februari 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [gedaagde] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De vaststaande feiten

2.1.
Alphabet en [gedaagde] zijn op 15 december 2016 een leaseovereenkomst aangegaan. Daarbij zijn zij overeengekomen dat Alphabet voor een periode van vijf jaar een Tesla X (hierna ook te noemen: de auto) ter beschikking stelt aan [gedaagde] . Het contract vermeldt een door [gedaagde] te betalen huurprijs van € 1.449,63 exclusief btw per maand. Deze huurprijs is op enig moment verlaagd: over de maanden februari 2021 en mei 2021 factureert Alphabet een maandbedrag van € 1.369,87 exclusief btw.
2.2.
Volgens het leasecontract wordt de auto ter beschikking gesteld onder de voorwaarden vermeld in de Mantelovereenkomst, de algemene voorwaarden van Alphabet, het leasecontract en eventuele aanvullende afspraken die schriftelijk zijn vastgelegd. De algemene voorwaarden zijn bij het sluiten van de overeenkomst aan [gedaagde] verstrekt.
2.3.
Deze algemene voorwaarden bepalen ter zake van betaling (onder meer) het volgende:
‘De klant is het leasetarief bij vooruitbetaling verschuldigd op de eerste dag van elke kalendermaand. Over niet tijdig en niet betaalde bedragen is de klant wettelijke rente verschuldigd. Deze wordt berekend vanaf het moment dat de betalingstermijn is verstreken.’
2.4.
Daar wordt in artikel 19 aan toegevoegd dat Alphabet een leasecontract schriftelijk kan ontbinden en/of een leasevoertuig kan invorderen als de klant een verplichting uit de overeenkomst niet volledig of tijdig is nagekomen.
2.5.
De algemene voorwaarden bepalen verder dat er kosten verbonden zijn aan een voortijdige beëindiging van de lease. Deze worden berekend op basis van het door Alphabet gehanteerde ‘Raster’. Daarnaast is een vergoeding verschuldigd voor gemiste kansen op basis van de ‘Tarieventabel’. Deze Tarieventabel vermeldt een minimumvergoeding van € 500,-.
2.6.
Een onderhoudsrapportage van Tesla vermeldt de volgende (systeem)storingen van de auto:
  • Op 14 februari 2017 geeft het dashboard van de auto de melding dat de hulpsystemen voor de bestuurder niet beschikbaar zijn. Tesla stelt de radar af;
  • Op 15 december 2018 start de auto niet. [gedaagde] krijgt wegassistentie;
  • Op 18 december 2018 openen de deuren van de auto niet. [gedaagde] krijgt wegassistentie;
  • Op 4 september 2020 is het instrumentenpaneel blanco. Tesla vervangt instrumenten en installeert een nieuwe versie van de software;
  • Op 10 december 2020 weigeren de elektronische sleutels van de auto. Op 11 december 2020 worden de batterijen vervangen;
  • Op 18 december 2020 is er een start- en/of sleutelprobleem;
  • Op 23 december 2020 zijn de batterijen van de elektronische sleutels opnieuw leeg. De sleutels worden vervangen.
2.7.
Op 10 december 2020 heeft [gedaagde] Alphabet een e-mail gezonden. Daarin schrijft [gedaagde] (samengevat) dat de auto, na vier rampzalige jaren met stilstand en storingen, weg moet. Hij stelt daarbij voor zo snel mogelijk in overleg te treden en de automatische afschrijvingen te stoppen totdat er een gezamenlijke oplossing is gevonden.
2.8.
Begin 2021 is [gedaagde] met een vertegenwoordiger van Alphabet naar Tesla gegaan om de ervaren problemen te bespreken.
2.9.
Alphabet heeft [gedaagde] begin 2021 een voorstel gedaan tot eerdere beëindiging van de lease. Dit voorstel hield (onder meer) in dat de heer [gedaagde] de auto zou inleveren in Breda. Dit is niet gebeurd.
2.10.
[gedaagde] heeft de facturen voor de maandtermijnen van januari 2021, februari 2021 en mei 2021 en de factuur van 5 januari 2021 voor brandstof niet voldaan (deels gestorneerd).
2.11.
In april 2021 hebben [gedaagde] en Alphabet gesproken over de wens van [gedaagde] de auto te retourneren. Na die gesprekken deelde Alphabet met een e-mail van 3 mei 2021 aan [gedaagde] mee dat bij inlevering van de auto kosten van voortijdige contractbeëindiging verschuldigd zouden zijn. Daarbij werd [gedaagde] meegedeeld dat hij de openstaande facturen uiterlijk 5 mei 2021 moet betalen, als hij de auto bij nader inzien niet wil inleveren.
2.12.
Later op 3 mei 2021 deelde [gedaagde] per e-mail aan Alphabet mee dat hij eerder heeft gemeld dat hij gebruik wil maken van het voorstel dat Alphabet hem op 21 januari 2021 deed. Hij stelt dat Alphabet hem daarom € 540,- en een vergoeding voor te weinig gereden kilometers moet betalen.
2.13.
Op 4 mei 2021 heeft [gedaagde] de auto ingeleverd.
2.14.
Op 18 mei 2021 zond Alphabet [gedaagde] een drietal facturen:
  • een factuur voor de beëindigingskosten voor een bedrag groot € 8.835,- inclusief btw
  • een factuur voor restitutie huurtermijnen over de periode van 5 mei 2021 tot en met eind juni 2021 inclusief btw en;
  • een factuur voor vergoeding van gemiste opbrengsten voor een bedrag groot € 605,- inclusief btw
2.12
[gedaagde] heeft de facturen voor de beëindigingskosten en de vergoeding van gemiste opbrengsten niet betaald.

3.De vordering

3.1.
Alphabet vordert dat de kantonrechter een vonnis toewijst dat uitvoerbaar bij voorraad is en waarbij [gedaagde] wordt veroordeeld om aan Alphabet te betalen een bedrag van € 14.831,11 vermeerderd met de rente ad 8% per jaar daarover vanaf 26 augustus 2021, tot aan de dag van de algehele voldoening en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding, een bedrag aan salaris voor de gemachtigde van Alphabet daaronder begrepen.
3.2.
Alphabet specificeert het bedrag van € 14.831,11 als volgt:
hoofdsom € 12.758,02
buitengerechtelijke kosten € 1.913,70
rente van 29 juni 2021 tot 26 augustus 2021 € 159,39
3.3.
Aan de vordering legt Alphabet het volgende ten grondslag. Omdat de lease is geëindigd voor de overeengekomen einddatum is [gedaagde] op grond van de leaseovereenkomst beëindigingskosten en een vergoeding voor winstderving verschuldigd aan [gedaagde] . De contractueel berekende beëindigingsvergoeding bedraagt € 8.835,46 inclusief btw. De vergoeding voor winstderving bedraagt € 605,- inclusief btw. Ook is [gedaagde] de aan hem in rekening gebrachte leasetermijnen voor januari, februari en de eerste vier dagen van mei 2021 aan Alphabet verschuldigd. De som van deze termijnen is € 3.265,35 inclusief btw. Ten slotte is [gedaagde] uit hoofde van de overeenkomst gehouden om de door Alphabet aan [gedaagde] in rekening gebrachte brandstofkosten te betalen. Deze bedragen € 52,25 inclusief btw.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
[gedaagde] meent dat de vorderingen moeten worden afgewezen. Daarbij vraagt hij om Alphabet te veroordelen in de kosten van de procedure. [gedaagde] voert het volgende aan als verweer:
Alphabet is haar verplichting om aan [gedaagde] het juiste huurgenot te verschaffen niet nagekomen. De auto had veel storingen en was zo onbetrouwbaar dat hij niet (goed) te gebruiken was. Deze tekortkoming van Alphabet rechtvaardigt een (partiële) ontbinding van de leaseovereenkomst. Ook is [gedaagde] geen leasetermijnen verschuldigd over de periode van december 20202 tot en met mei 2021, omdat de auto in die periode door hem niet (betrouwbaar) kon worden gebruikt. Alphabet kan ter zake geen beroep doen op artikel 6.7 van de algemene voorwaarden dat bepaalt dat het niet kunnen gebruiken van het leasevoertuig in beginsel voor rekening van de klant komt. Dat beding moet door de kantonrechter worden vernietigd omdat het onredelijk bezwarend is. Subsidiair moet het feit dat [gedaagde] de auto vele malen niet kon gebruiken worden gezien als een gevolg van handelen en/of nalaten van Alphabet. Alphabet had naar aanleiding van de klachten van [gedaagde] bij Tesla aan de bel moeten trekken en van Tesla moeten verlangen dat de auto zo nodig zou worden vervangen. De vorderingen moeten verder worden afgewezen omdat [gedaagde] zich bereid heeft getoond het voorstel voor beëindiging dat Alphabet hem op 21 januari 2021 heeft gedaan te aanvaarden. De vordering € 52,25 aan brandstof te betalen vindt [gedaagde] mede niet juist omdat hij er bewust voor gekozen heeft een elektrische auto te leasen.
4.2.
[gedaagde] vordert bij wijze van voorwaardelijke tegenvordering:
  • Als de vorderingen in conventie (deels) worden toegewezen, partiële ontbinding van de overeenkomst in die zin dat hij aan Alphabet niets meer is verschuldigd;
  • Alphabet te veroordelen tot betaling van € 16.800,-;
  • en de kosten van de procedure.
4.3.
[gedaagde] legt aan de voorwaardelijke tegenvordering het volgende ten grondslag. De door hem betaalde leasetermijnen waren gebaseerd op een jaarkilometrage van 20.000 kilometer. Als gevolg van de vele problemen met de auto, regelmatige onbruikbaarheid en algehele onbetrouwbaarheid van de auto heeft [gedaagde] in ruim 48 maanden echter in totaal nauwelijks 20.000 kilometer met de auto kunnen rijden. Daardoor zal Alphabet de auto vermoedelijk voor een goede prijs hebben kunnen verkopen. Omdat er in de gehele periode 2017 tot en met 2020 jaarlijks meerdere momenten en/of perioden waren waarop [gedaagde] de auto niet kon gebruiken moet hem in redelijkheid 1/4e deel van het door hem betaalde bedrag worden terugbetaald uit hoofde van niet-genoten huurgenot, althans schade.

5.Het verweer tegen de tegenvordering

5.1.
Alphabet meent dat de tegenvordering van [gedaagde] moet worden afgewezen. Zij stelt dat er met de auto niet veel bijzonders aan de hand was. Er was slechts sprake van een beperkt aantal storingen in een gebruiksperiode van vier jaar. Tot december 2020 zijn er blijkens de onderhoudshistorie nauwelijks storingen geweest. Eind 2020 waren er inderdaad problemen met de sleutels, maar die zijn opgelost.

6.De beoordeling

de vordering en de voorwaardelijke tegenvordering
de vordering
Eerdere overeenkomst over beëindiging
6.1.
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] is dat partijen na een voorstel van Alphabet van januari 2021 overeenstemming hebben bereikt over beëindiging van de lease en de afwikkeling daarvan. Dat verweer wordt daarom eerst besproken.
6.2.
Duidelijk is dat Alphabet [gedaagde] begin 2021 een voorstel heeft gedaan om tot beëindiging te komen. De exacte inhoud van dit voorstel is in de procedure niet geheel duidelijk geworden. Dat is echter niet van belang nu niet gebleken is dat [gedaagde] dit aanbod op enig moment heeft geaccepteerd. In zijn e-mail van 3 mei 2021 stelt [gedaagde] in antwoord op het voorstel nadere voorwaarden. Los van de vraag of het aanbod maanden nadat het gedaan is nog stond – Alphabet bestrijdt dit – kan de inhoud van de e-mail van 3 mei 2021 daarmee niet worden aangemerkt als een aanvaarding, eerder als een tegenvoorstel. Dit tegenvoorstel is door Alphabet niet aanvaard. [gedaagde] kan dan ook niet gevolgd worden in zijn stelling dat partijen op basis van het voorstel van Alphabet van begin 2021 overeenstemming hebben bereikt over beëindiging van de lease en de afwikkeling daarvan.
Tekortkoming Alphabet?
6.3.
De lease is dan ook niet eerder dan op 4 mei 2021 geëindigd. Daarmee zijn de leasetermijnen over januari, februari en de eerste vier dagen van mei 2021 in beginsel verschuldigd. Nu er geen overeenstemming is bereikt over een andere wijze van afwikkeling geldt in beginsel hetzelfde voor de contractuele beëindigingsvergoeding en de vergoeding voor winstderving. De berekening daarvan wordt door [gedaagde] niet betwist.
6.4.
Deze termijnen en vergoedingen kunnen onder voorwaarden niet verschuldigd zijn als Alphabet, als door [gedaagde] gesteld, haar verplichtingen uit de leaseovereenkomst niet is nagekomen, bijvoorbeeld omdat de ter beschikking gestelde auto een gebrek in de zin van de wet had. [gedaagde] heeft echter onvoldoende aangevoerd om tot die conclusie te komen.
6.5.
Uit het door Alphabet in het geding gebrachte onderhoudsoverzicht blijkt van een viertal storingen in de periode van 15 december 2016 tot en met september 2020. Deze storingen zijn verholpen. In december 2020 is er vervolgens een drietal elkaar opvolgende storingen die volgens het onderhoudsoverzicht verband houden met (het leeglopen van de batterijen van) de elektrische sleutels. De sleutels zijn daarop vervangen. Deze storingen zijn onvoldoende om te oordelen dat de auto niet het genot aan [gedaagde] kon verschaffen dat hij bij het aangaan van de overeenkomst mocht verwachten (als bedoeld in artikel 7:204 BW). [gedaagde] heeft niet gepreciseerd wanneer andere storingen zich hebben voorgedaan, wat de aard daarvan was en hoelang het duurde voordat deze storingen verholpen waren. Dat had [gedaagde] wel moeten doen om zijn stelling nader te onderbouwen. Alphabet heeft immers gemotiveerd betwist dat de storingen zo veelvuldig en ingrijpend waren als door [gedaagde] gesteld. Dat brengt mee dat voor bewijslevering geen reden is.
6.6.
Bij het aantal storingen dat in deze procedure is komen vast te staan en de aard van deze storingen is er onvoldoende reden om te oordelen dat Alphabet gehouden was om van Tesla te verlangen dat de auto zou worden vervangen. Als van een dergelijke verplichting al sprake kan zijn, zal er sprake moeten zijn van structurele, niet of moeilijk te verhelpen storingen. Daarvan is niet gebleken.
6.7.
Weliswaar brengt elke storing hinder met zich, maar Alphabet heeft getracht deze zoveel mogelijk te beperken door waar nodig aan [gedaagde] vervangend vervoer ter beschikking te stellen. De kantonrechter komt dan ook tot het oordeel dat Alphabet niet tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de leaseovereenkomst. Aan [gedaagde] komt daarom geen beroep toe op (gedeeltelijke) ontbinding van de overeenkomst of schadevergoeding. Voor beide is een tekortkoming in de nakoming voorwaarde.
6.8.
Artikel 6.7 van de algemene voorwaarden heeft geen rol gespeeld bij bovenstaand oordeel. Daarom hoeft de door [gedaagde] opgeworpen vraag of artikel 6.7 van de algemene voorwaarden van Alphabet onredelijk bezwarend is niet besproken te worden.
Brandstof
6.9.
Het gevorderde bedrag van € 52,25 is gegrond op de algemene voorwaarden die bij de overeenkomst van toepassing zijn verklaard. De vordering wordt door [gedaagde] niet anders betwist dan dat het ontbreken van brandstofkosten voor hem een van de redenen was een elektrische auto te leasen. Hij geeft daarbij niet aan of en waarom deze kosten in strijd met de leaseovereenkomst aan hem in rekening zijn gebracht. Waar Alphabet de facturen gespecificeerd heeft overlegd mocht dat wel van hem worden verwacht. Nu de hoogte van deze factuur niet gemotiveerd is betwist, moet ook deze factuur worden voldaan.
Conclusie
6.10.
De kantonrechter zal [gedaagde] dan ook veroordelen tot betaling aan Alphabet van de facturen waarvan Alphabet in deze procedure betaling heeft gevorderd, voor een totaalbedrag van € 12.758,02.
Buitengerechtelijke incassokosten
Alphabet heeft onweersproken gesteld dat er buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Zij geeft daarbij aan dat zij aan haar gemachtigde voor diens werkzaamheden buitengerechtelijke kosten moet betalen die naar billijk en gebruikelijk (forfaitair) tarief van 15% worden berekend over de in te vorderen som, te vermeerderen met de daarover verschuldigde btw. Naar zij stelt gaat het hier om een gebruikelijk tarief. Om die reden specificeert zij de werkzaamheden niet. Het door Alphabet gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten van € 1.913,70 komt niet overeen met het volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten vastgestelde tarief. Aan Alphabet zal daarom een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten groot € 1.092,12 worden toegewezen.
Proceskosten en nakosten
6.11.
Bij de hiervoor gemelde uitkomst van de procedure wordt [gedaagde] als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de kant van Alphabet worden tot nu begroot op:
explootkosten € 100,32
griffierecht € 1.013,-
salaris gemachtigde
€ 1.126,-(2,0 punten x tarief € 563,-)
totaal € 2.239,32
de tegenvordering
6.12.
Zoals bij de vordering is overwogen, komt uit het door [gedaagde] gestelde niet voldoende naar voren dat de auto zodanige storingen had dat er sprake was van een gebrekkige auto of een tekortschieten van Alphabet in de nakoming van de overeenkomst. Daarom zal de vordering van [gedaagde] om 1/4e van de betaalde huurtermijnen terug te betalen uit hoofde van niet-genoten huurgenot dan wel schadevergoeding worden afgewezen.
6.13.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] omdat hij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van Alphabet begroot op nihil omdat de vordering nauw samenhangt met de vordering in conventie.

7.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
7.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Alphabet van € 12.758,02, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dat bedrag vanaf 29 juni 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
7.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Alphabet van buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 1.092,12;
7.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Alphabet tot en met vandaag vaststelt op € 2.239,32, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;
7.4.
veroordeelt [gedaagde] in de nakosten, voor zover daadwerkelijk gemaakt, met een maximum van € 124,-, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.
7.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
7.6.
wijst af het meer of anders verzochte.
de tegenvordering
7.7.
wijst de vordering af;
7.8.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Alphabet worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A. Hoogkamer en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter