In deze zaak, die al vijfeneenhalf jaar loopt, heeft de rechtbank Noord-Holland op 8 februari 2022 een definitieve omgangsregeling vastgesteld tussen de vader en zijn minderjarige dochter. De rechtbank heeft geconstateerd dat de standpunten van beide partijen helder zijn en dat verdere aanhouding van de zaak niet zal leiden tot nieuwe inzichten, maar enkel meer onduidelijkheid en onzekerheid voor alle betrokkenen met zich meebrengt. De rechtbank heeft de vader vervangende toestemming verleend tot erkenning van de minderjarige en heeft bepaald dat partijen zich dienen te melden bij 'Praktijk Irene Heim' voor begeleide omgangscontacten. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om de omgang langzaam op te bouwen, te beginnen met begeleide omgang van eenmaal per twee weken. De rechtbank heeft dit advies gevolgd, maar heeft besloten om een definitieve regeling vast te stellen in plaats van een tijdelijke. De ouders dienen zich binnen een week na de uitspraak te melden bij de hulpverlening en de rechtbank verwacht dat zij hun medewerking verlenen aan de voorgestelde omgangsafspraken. De moeder is verplicht om de vader eenmaal per maand schriftelijk te informeren over belangrijke zaken die de minderjarige betreffen. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.