ECLI:NL:RBNHO:2022:1828

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 januari 2022
Publicatiedatum
4 maart 2022
Zaaknummer
9546473 \ WM VERZ 21-1131
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens te hard rijden buiten de bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens het overschrijden van de maximumsnelheid op een (auto)weg buiten de bebouwde kom. Betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 13 km per uur harder dan toegestaan, namelijk 93 km per uur in plaats van de geldende maximumsnelheid van 80 km per uur. Betrokkene heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard.

Tijdens de zitting op 7 januari 2022 heeft de gemachtigde van betrokkene, mr. [gemachtigde], aangevoerd dat er geen schouwrapporten aanwezig zijn en dat betrokkene ontkent dat er ter plaatse een maximumsnelheid van 80 km per uur gold. De gemachtigde stelde dat de feitcode verwees naar een autoweg, waar een maximumsnelheid van 100 km per uur zou gelden. De kantonrechter heeft echter overwogen dat de feitcode ook kan verwijzen naar een weg buiten de bebouwde kom, waar de maximumsnelheid 80 km per uur is, en dat dit niet met borden hoeft te worden aangegeven.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat betrokkene had kunnen en moeten weten dat de maximumsnelheid 80 km per uur was en dat er onvoldoende feiten zijn aangevoerd om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete is derhalve terecht opgelegd en het beroep is ongegrond verklaard. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om de boete te matigen en er is geen proceskostenvergoeding vastgesteld. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie locatie Haarlem
Zaaknummer : 9546473 \ WM VERZ 21-1131 CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum: 21 januari 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene) gemachtigde : mr. [gemachtigde] .

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 januari 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens gemachtigde is mr. [gemachtigde] verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 13 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom.
Gemachtigde heeft ter zitting bevestigd dat betrokkene het niet eens is met de beslissing van de officier van justitie. Hierna zijn kort de door gemachtigde namens betrokkene aangevoerde gronden doorgenomen. In het beroepschrift is aangevoerd dat betrokkene ontkent dat er ter plaatse een maximumsnelheid van 80 km per uur gold. Nu er ook geen schouwrapporten in het dossier aanwezig zijn, kan de gedraging volgens gemachtigde niet worden vastgesteld. Ter zitting heeft gemachtigde hier nog aan toegevoegd dat de feitcode verwijst naar een autoweg buiten de bebouwde kom. De maximumsnelheid moet dan 100 km per uur zijn geweest, en hierdoor kan vastgesteld worden dat de gedraging niet is begaan.
Ten aanzien van de gebruikte feitcode, waarin is opgenomen “(auto)weg”, overweegt de kantonrechter dat deze omschrijving moet worden gezien als een keuzemogelijkheid. Er kan aldus sprake zijn van een ‘weg buiten de bebouwde kom’, alsook van een ‘autoweg buiten de bebouwde kom’. Een verbalisant kan voor beide soorten wegen deze feitcode gebruiken. Uit het zaakoverzicht, bij regel 33, blijkt voorts dat de verbalisant heeft genoteerd dat het
CJIB-nummer : [nummer]
hier een “weg, niet zijnde een autoweg of autosnelweg” betreft. Voor een weg buiten de bebouwde kom geldt een gedragsregel, die is opgenomen in artikel 21 aanhef en onder a van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV). Op een dergelijke weg is de maximumsnelheid 80 km per uur. Dit hoeft niet met borden te worden aangegeven. Een schouwrapport is dan ook niet nodig. Of men zich binnen of buiten de bebouwde kom bevindt is te herkennen aan de plaatsing van voorrangsborden bij kruisingen. Betrokkene had kunnen en moeten weten dat er niet harder dan 80 km per uur gereden mocht worden.
Betrokkene heeft voorts onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Hierdoor is geen aanleiding voor het vaststellen van een proceskostenvergoeding, zoals door gemachtigde is verzocht.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. de Greef, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG
Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: