Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
Beslissing
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen en daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 7 januari 2022 is de zaak behandeld, waarbij zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig waren.
De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het rijden met een voertuig met een niet-deugdelijk afgedekte lading. De officier van justitie heeft op 3 januari 2022 de initiële beschikking vernietigd, waardoor de betrokkene geen belang meer had bij een beslissing op zijn beroep. De kantonrechter heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard en bepaald dat de betaalde zekerheidsstelling van € 66,00 aan de betrokkene moet worden terugbetaald. Tevens is de officier van justitie veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene, die zijn vastgesteld op € 1.300,00.
De kantonrechter heeft in zijn overwegingen uiteengezet hoe de proceskostenvergoeding is berekend, waarbij rekening is gehouden met de verschillende proceshandelingen die door de gemachtigde zijn verricht. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. I. de Greef, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open binnen zes weken na de toezending van de uitspraak.