ECLI:NL:RBNHO:2022:1788

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 februari 2022
Publicatiedatum
3 maart 2022
Zaaknummer
9617339
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een verkeersboete wegens tegenstrijdige informatie van de gemeente

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op 18 februari 2022 in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De zaak betreft een verkeersboete die was opgelegd voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 11 februari 2022 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, was gebaseerd op de verklaring van de verbalisant in een aanvullend proces-verbaal. De rechter oordeelde dat de onderborden met de reguliere inrijtijden op 16 juni 2020 waren aangepast, maar dat de website van de gemeente Alkmaar nog steeds de tijdelijk gewijzigde inrijtijden vermeldde. Deze tegenstrijdige informatie van de gemeente kon niet voor rekening van betrokkene komen, wat leidde tot de beslissing om de boete te matigen tot nihil.

De uitspraak van de kantonrechter houdt in dat het beroep gedeeltelijk gegrond is verklaard, de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en dat de boete wordt gematigd tot nihil. Tevens is bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt. De uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9617339 \ WM VERZ 22-8
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 18 februari 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 februari 2022 Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene heeft aangevoerd dat op de website van de gemeente Alkmaar vermeld stond dat vanwege de coronacrisis de inrijtijden van de binnenstad waren verruimd.
In WAHV-zaken biedt de verklaring van een verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling van de gedraging. Dit is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen.
De officier van justitie heeft een aanvullend proces-verbaal laten opmaken door de verbalisant. In dit aanvullend proces-verbaal is het volgende vermeld:
“(…) De tijden (ma t/m za 07.00-12.00 h en maandag t/m zondag 17.00-21.00 h) waren tussen 21 mei en 1 juni aangepast en omdat het tijdelijke maatregel betrof was dit door middel van gele onderborden aangeduid. Op maandag 1 juni zijn de gele onderborden vervangen door reguliere witte onderborden en is de handhaving op 8 juni hervat op de reguliere tijden. (…)”
De kantonrechter is van oordeel dat op basis van de verklaring van de verbalisant in het aanvullend proces-verbaal, de gedraging is komen vast te staan. De onderborden met de reguliere inrijtijden waren op 16 juni 2020 ter plaatse al aangepast. Echter, op de website van de gemeente Alkmaar stonden nog steeds de tijdelijk gewijzigde inrijtijden. Deze tegenstrijdige informatie van de gemeente Alkmaar, dient naar het oordeel van de kantonrechter niet voor rekening van betrokkene te komen. De kantonrechter zal dan ook de boete matigen tot nihil. Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: