Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
“Ik had last van mijn buik, dus ik had hem even achter mijn rug gedaan.”
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 februari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het onjuist gebruik van een autogordel. De zaak is behandeld in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Betrokkene had een boete ontvangen, waartegen hij beroep had ingesteld bij de officier van justitie. Deze verklaarde het beroep ongegrond, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 11 februari 2022 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld op basis van de verklaring van de verbalisant en de omstandigheden van het geval. De verbalisant had waargenomen dat betrokkene de gordel achter zijn rug had en alleen de riem om zijn buik droeg, wat in strijd is met de voorschriften van het RVV 1990. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging van betrokkene de beschermende werking van de gordel negatief beïnvloedde, waardoor de boete terecht was opgelegd.
Betrokkene voerde aan dat de officier van justitie de beschikking had gewijzigd, maar de kantonrechter oordeelde dat deze wijziging geen invloed had op de verdediging van betrokkene. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, waarmee de opgelegde boete in stand bleef. De uitspraak benadrukt het belang van het correct gebruik van autogordels en de mogelijkheid voor de officier van justitie om beschikkingen te wijzigen zonder dat dit automatisch leidt tot vernietiging van de boete.