Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 februari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene voor het rijden op het fietspad. De betrokkene had een boete ontvangen, waartegen hij beroep had ingesteld bij de officier van justitie. De officier verklaarde het beroep ongegrond, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 4 februari 2022 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig. De officier handhaafde zijn standpunt en overhandigde foto’s ter verduidelijking van de situatie.
De kantonrechter overwoog dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, het rijden op het fietspad inhield. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat de verklaring van de verbalisant geen ambtsedige verklaring was, omdat deze digitaal was aangeleverd zonder handtekening. De kantonrechter oordeelde echter dat de vaststelling van de gedraging ook op een niet-ambtsedige verklaring kon worden gebaseerd. Bovendien was er geen reële mogelijkheid tot staandehouding van de bestuurder, aangezien de verbalisant niet achter de motor kon aanrijden over het fietspad. De foto’s ondersteunden dit oordeel.
Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.