Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 februari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een bromfiets. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. De kantonrechter heeft de zaak behandeld, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, vaststond, aangezien het voertuig op de betreffende datum niet verzekerd was. Betrokkene had echter voldoende aannemelijk gemaakt dat hij vier dagen na de boete de schorsing van het kenteken bij de RDW had aangevraagd. Dit, in combinatie met het feit dat het voertuig niet op de weg was geweest, leidde de kantonrechter tot de conclusie dat er aanleiding was om de sanctie te matigen.
De kantonrechter heeft het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie gewijzigd, waardoor de boete werd gematigd tot € 194,00, met handhaving van de administratiekosten van € 9,00. Tevens is bepaald dat het teveel betaalde bedrag aan betrokkene moet worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en de griffier.