ECLI:NL:RBNHO:2022:1718

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 februari 2022
Publicatiedatum
2 maart 2022
Zaaknummer
9608164 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersgedraging en de motivering van de officier van justitie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 4 februari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een verkeersgedraging waarbij betrokkene de doorgetrokken streep heeft overschreden. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf of zijn gemachtigde was niet verschenen.

De kantonrechter heeft overwogen dat de motivering van de officier van justitie voldoende was, ondanks de argumenten van betrokkene dat de motivering niet strookte met zijn beroepsgronden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen reële mogelijkheid tot staandehouding was, omdat de verbalisant niet in een dienstvoertuig reed en het voertuig van betrokkene niet kon worden achterhaald. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de verklaring van de verbalisant, hoewel niet op ambtseed afgelegd, voldoende was om de gedraging vast te stellen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak benadrukt dat de officier van justitie niet op elk individueel verweer van betrokkene hoeft in te gaan, zolang de beslissing voldoende gemotiveerd is. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen, waardoor de boete terecht is opgelegd aan de kentekenhouder.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9608164 \ WM VERZ 21-798
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 4 februari 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : R. de Nekker, h.o.d.n. Zaakrecht te Heerenveen.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 februari 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens betrokkene is niemand verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren. Aanvullend stelt de vertegenwoordiger van de officier van justitie dat de verbalisant in een burgervoertuig reed zonder stopmiddelen en er sprake was van een doorgetrokken streep, zodat voldoende is gebleken dat de verbalisant geen mogelijkheid had tot staandehouding.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder de doorgetrokken streep overschrijden (verkeer in beide richtingen).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Gemachtigde van betrokkene heeft aangevoerd dat de motivering in de beslissing van de officier van justitie niet strookt met het ingediende beroepschrift en de daarin opgenomen beroepsgronden. De officier van justitie dient op een beroep een juist gemotiveerde beslissing te geven. In dit geval is de kantonrechter van oordeel dat de officier van justitie zijn beslissing voldoende heeft gemotiveerd. De officier van justitie overweegt dat betrokkene aannemelijk moet maken dat hij de gedraging niet heeft begaan of dat deze hem niet verweten kan worden. Omdat betrokkene zijn stelling onvoldoende heeft onderbouwd gaat de officier van justitie uit van de juistheid van de beschikkingsgegevens.
Vervolgens overweegt de officier van justitie dat uit de beschikbare informatie blijkt dat er geen mogelijkheid was tot staande houden en dat ook de andere gronden in het beroepschrift voor de officier van justitie ontoereikend of onvoldoende onderbouwd zijn om de sanctie te vernietigen of het bedrag te verlagen. Het verwerpen van alle door betrokkene aangevoerde omstandigheden ligt hierin besloten. De kantonrechter bepaalt dat een juiste motivering niet behelst dat afzonderlijk op ieder door betrokkene aangevoerd verweer of omstandigheid wordt ingegaan. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding om de beslissing van de officier van justitie te vernietigen.
Betrokkene heeft gesteld dat hij had moeten worden staande gehouden. Uit artikel 5 WAHV volgt dat de boete kan worden opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken van het voertuig ten tijde van de gedraging in het kentekenregister was ingeschreven, tenzij direct kan worden vastgesteld wie de bestuurder is van het voertuig waarmee de gedraging is verricht. Dit betekent dat als zich een reële mogelijkheid tot staandehouding van die bestuurder voordoet, de boete aan de bestuurder moet worden opgelegd en niet aan de kentekenhouder. In dit geval is voldoende gebleken dat zich geen reële mogelijkheid tot staandehouding heeft voorgedaan, omdat de verbalisant blijkens de toelichting in het zaakoverzicht niet in een dienstvoertuig reed en de verbalisant het voertuig van betrokkene daarom niet heeft kunnen achterhalen. De boete is dus terecht opgelegd aan de kentekenhouder.
Gemachtigde van betrokkene stelt dat er geen bewijsstukken zijn overgelegd.
De kantonrechter overweegt dat uit het enkele feit dat zich in het dossier een zaakoverzicht bevindt, niet kan worden aangenomen dat de daarin vervatte verklaring van de verbalisant op ambtseed of ambtsbelofte is afgelegd. In deze zaak heeft de verbalisant de gegevens op digitale wijze aangeleverd. Nu een handtekening ontbreekt, is van een ambtsedige verklaring geen sprake. In vaste rechtspraak is echter geoordeeld dat dit niet wegneemt dat de vaststelling dat een gedraging is verricht ook op een niet-ambtsedige verklaring van een verbalisant kan worden gebaseerd. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De kantonrechter is daarom van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De boete is dus terecht opgelegd. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Nu het beroep ongegrond wordt verklaard ziet de kantonrechter geen aanleiding om proceskosten toe te kennen.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek op vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: