In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, heeft de kantonrechter op 28 februari 2022 uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van de grondslag van een bewind. Het verzoek tot wijziging is ingediend door W.G.M. Engels, vennoot van Engels Bewindvoering, die als verzoeker optreedt in het bewind van een betrokkene wiens identiteit niet volledig is vermeld in het document. De betrokkene, geboren in een onbekende plaats en op een onbekende datum, heeft niet gereageerd op het verzoek en is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 18 januari 2022.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek dat op 24 september 2021 ter griffie is ingekomen, evenals een aanvulling daarop op 5 januari 2022. De betrokkene heeft meerdere keren de gelegenheid gehad om zijn standpunt te verduidelijken, maar heeft geen reactie gegeven. De verzoeker heeft aangegeven dat de schulden van de betrokkene inmiddels zijn afgelost, maar dat voortzetting van het beschermingsbewind noodzakelijk is vanwege de instabiele financiële situatie van de betrokkene, die in het verleden diverse behandelingen heeft ondergaan voor ADHD en traumaverwerking.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verzoeker voldoende heeft aangetoond dat de voortzetting van het bewind gerechtvaardigd is, ondanks de bezwaren van de betrokkene. De beschikking wijzigt de grond van het bewind van verkwisting en problematische schulden naar de geestelijke of lichamelijke toestand van de betrokkene. De beschikking treedt in werking de dag na de datum van uitspraak en de publicatie in het Openbaar Curatele- en Bewindregister wordt opgeheven. De jaarbeloning van de bewindvoerder wordt vastgesteld volgens de geldende regeling.