ECLI:NL:RBNHO:2022:1695

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 februari 2022
Publicatiedatum
1 maart 2022
Zaaknummer
C /15/325446 / HA RK 22/41
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van de rechter in een zaak betreffende ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige

Op 22 februari 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek dat was ingediend door de gemachtigde van verzoekster, in een zaak die betrekking heeft op de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de minderjarige [naam 2]. De wraking was gericht tegen Mr. F.A. Egter van Wissekerke, die op 17 februari 2022 een mondelinge behandeling had geleid en het verzoek tot uithuisplaatsing had toegewezen. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 19 februari 2022, na de einduitspraak van de rechter. De wrakingskamer heeft geoordeeld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het verzoek te laat was ingediend, conform artikel 5 lid 2 onder d van het Wrakingsprotocol van de rechtbank. De rechtbank heeft besloten dat de zaak voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevond op 19 februari 2022, en heeft de griffier opgedragen om een gewaarmerkt afschrift van de beslissing aan de gemachtigde van verzoekster toe te zenden. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Wrakingskamer, locatie Alkmaar
zaaknummer: C /15/325446 / HA RK 22/41
datum uitspraak : 22 februari 2022
BESLISSINGop het verzoek tot wraking ingevolge artikel 37 van het
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.), ingediend door:
[verzoekster],
gemachtigde namens [naam 1],
wonende te Alkmaar,
hierna te noemen: verzoekster.
Het verzoek is gericht tegen:
Mr. F.A. Egter van Wissekerke,
hierna te noemen: de rechter.

1.PROCESVERLOOP

1.1.
Bij deze rechtbank is onder zaaknummer C/15/324907 / JU RK 22/189 een zaak aanhangig, die betrekking heeft op de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de minderjarige [naam 2], dochter van [naam 1].
1.2.
Op 17 februari 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden van het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot uithuisplaatsing van de minderjarige. Direct na afloop van de mondelinge behandeling heeft de rechter het verzoek toegewezen.
1.3.
Bij e-mailbericht van 19 februari 2022 heeft de gemachtigde van verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter “naar aanleiding van zitting C/15/324907/JU RK 22/189 d.d. 17 februari 2022 13:50.”
1.4.
De wrakingskamer heeft op grond van de hierna opgenomen overweging besloten geen datum te bepalen voor een mondelinge behandeling van het verzoek.

2.BEOORDELING VAN HET VERZOEK

2.1.
Volgens artikel 5 lid 2 onder d van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank (onder meer te vinden op www.rechtspraak.nl) kan een wrakingsverzoek niet worden ingediend na het tijdstip, waarop einduitspraak is of wordt gedaan.
De rechter heeft in deze zaak op 17 februari 2022 mondeling uitspraak gedaan en een eindbeslissing genomen op het verzoek. De gemachtigde van verzoekster was via Teams bij die uitspraak aanwezig. Pas daarna heeft verzoekster de rechter schriftelijk gewraakt.
De wrakingskamer zal het verzoek daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaren.

3.BESLISSING

De rechtbank:
3.1.
verklaart het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk;
3.2.
beveelt de griffier onverwijld aan de gemachtigde van verzoekster een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden;
3.3.
bepaalt dat de zaak wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op 19 februari 2022 en beveelt daartoe de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan de teamvoorzitter van de rechtbank Noord-Holland, afdeling Familie en Jeugd.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.J. Saarloos, voorzitter, en mr. J.H. Gisolf en mr. M.A.J. Berkers, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van mr. D.A.C. Sinnige, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2022.
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.