Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 april 2014;
- de akte overlegging producties van IBB met bijlagen 1 tot en met 17;
- het door IBB ingestelde incident tot voeging van deze zaak met de bij deze rechtbank onder zaak- en rolnummer 147173 / HA ZA 13-198 geregistreerde zaak;
- de conclusie van antwoord in het incident met bijlage 1;
- het (tussen)vonnis van 1 oktober 2014 waarbij de rechtbank de incidentele vordering tot voeging heeft afgewezen;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met bijlagen 1 tot en met 11;
- de verwijzing van de zaak naar de parkeerrol in verband met het in de zaak 147173 / HA ZA 13-198 ingestelde hoger beroep;
- het tussenvonnis van 16 september 2020 waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- de conclusie van antwoord in reconventie met bijlagen 18 tot en met 24;
- het B8-formulier van JOZ met bijlagen 12 tot en met 22;
- het B8-formulier van JOZ met bijlagen 23 tot en met 24;
- de akte wijziging van eis van JOZ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 3 februari 2021 en de daarin genoemde spreekaantekeningen van de advocaten;
- de brief van mr. Snoeker van 23 februari 2021 en de brief van mr. Mosselman van
- de conclusie van IBB met bijlagen 25 tot en met 35;
- de (antwoord)conclusie van JOZ met bijlagen 25 tot en met 30;
- de akte uitlating producties van IBB;
- de brief van mr. Mosselman van 29 oktober 2021 waarin JOZ bezwaar maakt tegen de toelating van de akte uitlating producties van IBB en JOZ subsidiair verzoekt om nog een antwoordakte te mogen nemen;
- de rolbeslissing van 2 november 2021 waarbij het bezwaar en het verzoek van JOZ zijn afgewezen.
2.De feiten
Artikel 8. Definitieve Product
opmerking van de rechtbank: bijlage 2 bevat een rekenvoorbeeld van de aan IBB en JOZ toekomende vergoeding. Deze vergoeding wordt door partijen aangeduid als de brutowinstbijdrage (BWB)].
3.De vorderingen in conventie en in reconventie
4.De beoordeling
in conventie
Tunneling