ECLI:NL:RBNHO:2022:1573

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
25 februari 2022
Zaaknummer
9517401 BM VERZ 21-2473 MVH
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperkt bewind ingesteld voor noodzakelijke rechtshandelingen ten behoeve van afwikkeling nalatenschap

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 februari 2022 een beschikking gegeven inzake de instelling van een beperkt bewind over de goederen van betrokkene, die als gevolg van slechte familieverhoudingen en een gebrek aan samenwerking tussen de gevolmachtigden niet in staat is haar belangen zelf te behartigen. Verzoekster, de dochter van betrokkene, heeft verzocht om bewind in te stellen, ondanks het bestaan van een levenstestament waarin zij en verweerder, de zoon van betrokkene, als gevolmachtigden zijn aangewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen samenwerking is tussen de gevolmachtigden, wat de afwikkeling van de nalatenschap van de overleden echtgenoot van betrokkene belemmert. Verweerder heeft zich afzijdig gehouden van de familie en weigert zijn medewerking te verlenen aan de afhandeling van de nalatenschap, wat leidt tot frustratie van de procedure. De kantonrechter heeft geoordeeld dat, hoewel er een levenstestament is, de omstandigheden zodanig zijn dat het noodzakelijk is om een beperkt bewind in te stellen, uitsluitend voor de noodzakelijke rechtshandelingen ten behoeve van de afwikkeling van de nalatenschap. Verzoekster is benoemd tot bewindvoerder, met de opdracht om samen met verweerder te overleggen over de zorg en financiën van betrokkene. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 9517401 \ BM VERZ 21-2473 MVH
Uitspraakdatum: 23 februari 2022

Beschikking van de kantonrechter

Op verzoek van:
[verzoekster] ,
geboren te [geboorteplaats 1] , [land] op [geboortedatum 1] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
gemachtigde mr. A. Lof
met betrekking tot:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 22 oktober 2021;
  • een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder;
  • akkoordverklaringen van [zoon 1] en [zoon 2] , zonen van betrokkene;
  • het verweer van [zoon 3] (hierna te noemen: verweerder), zoon van betrokkene, ontvangen op 15 november 2021;
  • de reactie van verzoeker op het verweer, ontvangen op 29 november 2021;
  • de reactie van [zoon 1] op het verweer, ontvangen op 6 december 2021;
  • de reactie van [zoon 2] op het verweer, ontvangen op 6 december 2021.
Op 11 januari 2022 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

Standpunten van partijen

Het verzoek strekt tot instelling van bewind over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren en verzoekster aan te stellen als bewindvoerder. Door verzoekster is overgelegd het levenstestament van betrokkene, opgemaakt op 8 april 2016. Daarin heeft betrokkene volmacht verleend aan verzoekster en aan verweerder om haar (vermogensrechtelijke) belangen te behartigen indien betrokkene niet of niet ten volle (meer) in staat is haar belangen zelf behoorlijk waar te nemen. Voorst heeft betrokkene bepaald dat de gevolmachtigden hun taken slechts gezamenlijk kunnen uitoefenen.
Eén van de zaken die thans dient te worden geregeld is de (zuivere) aanvaarding van de nalatenschap van de overleden echtgenoot van betrokkene, tevens vader van verzoekster en verweerder.
Verweerder reageert niet op verzoeken van verzoekster en weigert zijn medewerking te verlenen aan de afhandeling van de nalatenschap van erflater, waardoor de afwikkeling hiervan wordt gefrustreerd. Verzoekster stelt dat zij alle belangrijke informatie omtrent de financiën aangetekend naar verweerder heeft opgestuurd, echter heeft verweerder deze stukken niet aangenomen. Verzoekster heeft daarom gesteld dat het instellen van bewind, ondanks het door betrokkene opgestelde levenstestament noodzakelijk is. Verzoekster voert voorts aan dat verweerder zich al drie jaar afzijdig van de familie houdt, hetgeen in de praktijk niet tot problemen leidt bij het beheren van de financiën door haar. Echter is gebleken dat voor bepaalde zaken, zoals het aanvaarden van nalatenschap, wel formeel de handtekening van verweerder nodig is.
Tegen benoeming van verzoekster tot bewindvoerder heeft verweerder bezwaar gemaakt. Hij voert aan dat de verstoorde verhoudingen binnen de familie zijn ontstaan nadat beide ouders na een opname in een verzorgingstehuis weer thuis zijn gaan wonen, mede op aanraden van de twee andere zonen en uiteindelijk ook van verzoekster. Verweerder vond het onverantwoord om in te stemmen met een verhuizing terug naar huis, omdat hij in deze situatie niet de gezondheid en veiligheid van beide ouders kon waarborgen. Desondanks besloten de andere drie kinderen te kiezen voor een terugkeer naar huis met beperkte begeleiding. Verzoekster heeft vervolgens zonder overleg met verweerder een andere digi-d code voor ouders aangevraagd waardoor het voor verweerder niet meer mogelijk was de financiële zaken te regelen, hetgeen hij voor die tijd wel deed. Een maand na het overlijden van vader bleek voorts, zonder dat verweerder hiervan op de hoogte was gesteld, dat vader een herroeping op zijn testament had gemaakt die inhield dat verweerder niet langer aangewezen was als executeur. Verweerder heeft zijn twijfels geuit over de totstandkoming van de herroeping op het testament van vader en stelt dat vader geestelijk niet meer in staat was om dergelijke zaken nog notarieel vast te leggen. Verweerder voert aan hij dat geen handtekening voor de afhandeling van de nalatenschap zet omdat hij inzage wil krijgen in de financiën van de afgelopen jaren en wil weten hoe alles verder loopt.

Beoordeling

Gelet op de stukken en de afgelegde verklaringen acht de kantonrechter het voldoende aannemelijk dat betrokkene als gevolg van haar geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle haar belangen behoorlijk waar te nemen. Betrokkene heeft voor het geval zij in deze toestand zou komen te verkeren, een levenstestament opgesteld waarin zij haar dochter en verweerder als gevolmachtigden heeft aangewezen om haar financiële (en medische) zaken te regelen, juist om een beschermingsmaatregel uitgesproken door de rechtbank te voorkomen.
Nu een levenstestament is opgesteld door betrokkene is er in beginsel geen reden om bewind uit te spreken.
Er zijn echter omstandigheden denkbaar waaronder het, ondanks een levenstestament, wel aangewezen is om bewind uit te spreken.
Tussen de door moeder aangewezen gevolmachtigden is geen samenwerking en verweerder heeft zich de afgelopen periode ook niet bereid getoond om tot samenwerking te komen, met name niet ten aanzien van de afwikkeling van de nalatenschap van vader.
Zijn boosheid over de keuze van een woonplek voor zijn ouders en de wijziging van het testament door zijn vader zitten hem in de weg.
Verzoekster heeft geen vertrouwen in een samenwerking, omdat verweerder, ondanks dat zij in de groepsapp had aangegeven de administratie aangetekend naar verweerder op te sturen, de stukken niet door verweerder zijn aangenomen.
Ter zitting is het niet gelukt op partijen op een lijn te krijgen.
De kantonrechter ziet daarom aanleiding om, ondanks het bestaan van een levenstestament, een bewind in te stellen, maar het bewind wel te beperken tot noodzakelijke rechtshandelingen ten behoeve van de afwikkeling van de nalatenschap van vader. De kantonrechter is van oordeel dat een spoedige afwikkeling van de nalatenschap plaats dient te vinden en in belang van betrokkene is.
Gelet op het feit dat verweerder niet heeft betwist dat verzoekster de financiële zaken van betrokkene momenteel goed behartigt en omdat verzoekster reeds gedurende lange tijd de financiële zaken beheert, zal de kantonrechter verzoekster tot bewindvoerder benoemen.
De kantonrechter zal bepalen dat het beperkte bewind zal eindigen op het moment dat de afwikkeling van de nalatenschap is voltooid.
De kantonrechter hecht veel waarde aan de wens van betrokkene zoals opgenomen in het levenstestament inhoudende dat verzoekster en verweerder samen tot beslissingen dienen te komen met betrekking tot zorg en financiën van betrokkene. De kantonrechter meent dat verzoekster en verweerder met elkaar in gesprek dienen te komen op welke wijze zij invulling zullen geven aan deze wens. De kantonrechter heeft daarbij nota genomen van de door verweerder ter zitting geuite bereidheid om weer tot samenwerking te komen.
De kantonrechter begrijpt dat het onaangenaam en confronterend is om na een overlijden te moeten constateren dat een testament een andere inhoud heeft dan verwacht. De notaris heeft geoordeeld dat vader wilsbekwaam was om testament te wijzigen.
De beslissing luidt derhalve als volgt.

beslissing

De kantonrechter:
- stelt een beperkt bewind in voor de duur die nodig is, om alle noodzakelijke rechtshandelingen te verrichten, voor de afwikkeling van het deel dat betrokkene gerechtigd is in de nalatenschap van [vader] , geboren te [geboorteplaats 3] op [geboortedatum 3] , overleden op [datum] , met dien verstande dat het bewind eindigt op het moment dat de afwikkeling van de nalatenschap is voltooid;
- benoemt tot bewindvoerder: [verzoekster] , voornoemd.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat).