Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
- de jongmeerderjarige [naam 1] , geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats] ;
- de minderjarige [naam 2] , geboren op [geboortedag] 2004 te [geboorteplaats] .
- dat de man aan de vrouw voor haar levensonderhoud (hierna ook: partnerbijdrage) zal betalen € 1.800,- bruto per maand en wel vanaf de dag waarop de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen en met inachtneming van het gestelde in artikel 3 van het convenant;
- dat de man als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige (hierna ook: kinderbijdrage) telkens bij vooruitbetaling aan de vrouw zal betalen € 280 per maand, zulks met ingang van de dag waarop de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand;
- dat de inhoud van aangehecht convenant en ouderschapsplan deel uitmaakt van die beschikking.
3.Verzoek
4.Verweer en zelfstandig verzoek
5.Beoordeling
de bedragen die de man dan voor de kinderen voldoetniet anders worden uitgelegd dan dat bij die herberekening niet alleen rekening wordt gehouden met de overeengekomen kinderbijdrage, maar ook met de in 7.1. genoemde kosten. Dat de man daarmee een bedrag van in totaal € 1.247 per maand voor de kinderen betaalt, is op zich genomen door de vrouw niet betwist, zodat de rechtbank hiermee rekening zal houden.