Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het deelvonnis van 22 september 2021;
- de akte na tussenvonnis van de zijde van Stichting Dierenleed;
- de akte na tussenvonnis van de zijde van [gedaagde];
- het B16-formulier van de zijde van Stichting Dierenleed met daarin het verzoek om vonnis te wijzen;
- het B16-formulier van de zijde van [gedaagde] met daarin het verzoek om vonnis te wijzen.
2.De verdere beoordeling
€ 148.234,00, waarbij de ene helft van dit bedrag van € 74.117,00 ziet op de periode van mei 2000 - mei 2011 en de andere helft van € 74.117,00 ziet op de periode van juni 2011 - 2020. Volgens Stichting Dierenleed heeft [gedaagde] die gelden onrechtmatig onttrokken aan Stichting Dierenleed.
De rechtbank zal hierna beoordelen of het gevorderde bedrag van € 37.563,00 toewijsbaar is.
was in de periode van 1986 - 2020 penningmeester van Stichting Dierenleed. Hij bewaarde de fysieke en digitale administratie in zijn woning. Vast staat dat [gedaagde] zichzelf in genoemde periode jaarlijks een vergoeding uit Stichting Dierenleed toegekende en dat hij het recht op die vergoeding (zoals in het deelvonnis is overwogen) onvoldoende heeft onderbouwd. Stichting Dierenleed heeft de vordering ten aanzien van de periode van 2000 - mei 2011, anders dan die over de periode juni 2011 - 2020, niet met financiële administratie onderbouwd. Zij heeft ter toelichting het volgende aangegeven. De aan haar op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) ter beschikking gestelde bestanden betreffen jaarstukken en kasboeken. Er is vermoedelijk ook daadwerkelijke administratie aangetroffen, maar deze is verwerkt in een computerprogramma dat kennelijk door [gedaagde] zelf is gemaakt. Het door de deurwaarder ingeschakelde forensisch IT-bureau heeft aangegeven een eigen softwareprogramma te moeten maken om in de aangetroffen bestanden te kunnen zoeken en zou tevens ruim 10.000 aangetroffen bestanden individueel moeten beoordelen om te bezien of deze onder het door de rechtbank toegestane bereik vallen. Omdat de vermoedelijke kosten daarvan de baten waarschijnlijk zullen overtreffen, heeft Stichting Dierenleed daarvan afgezien.
- uitgaande van onrechtmatigheid - daarmee sprake is van onrechtmatig handelen - als door Stichting Dierenleed gesteld - en dat Stichting Dierenleed daardoor schade heeft geleden ten bedrage van het onrechtmatig onttrokken bedrag. Op grond van het voorgaande zal de rechtbank de vordering over de periode 2000 - mei 2011 dan ook toewijzen tot een bedrag van € 37.563,00.
€ 3.563,05.
2.785,00(2,5 punten × tarief € 1.114,00)