ECLI:NL:RBNHO:2022:1452
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van ontucht met een minderjarige na inconsistenties in verklaringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontucht met een minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeefster, die in een informatief gesprek weinig specifieke details over het misbruik heeft genoemd, inconsistenties en onduidelijkheden vertoonde in haar verklaringen. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster als onvoldoende betrouwbaar beoordeeld, vooral omdat deze niet werden ondersteund door andere bewijsmiddelen. De verdachte ontkende de beschuldigingen en de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de feiten niet bewezen konden worden. De rechtbank benadrukte het belang van zorgvuldigheid bij de beoordeling van zedenzaken, vooral wanneer er slechts twee betrokkenen zijn en de verdachte ontkent. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig tijdens de openbare zitting.