ECLI:NL:RBNHO:2022:1450

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 februari 2022
Publicatiedatum
22 februari 2022
Zaaknummer
15-700711-10
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verlenging van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege

Op 24 februari 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, geboren in 1960, die momenteel verblijft in een kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar toegewezen. De betrokkene is eerder veroordeeld voor doodslag en de terbeschikkingstelling is in 2011 opgelegd. De termijn van de terbeschikkingstelling is voor het laatst verlengd op 7 juli 2020. De rechtbank heeft de vordering op 10 februari 2022 behandeld, waarbij de betrokkene en deskundigen via een beeldverbinding zijn gehoord. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, gezien de complexe problematiek van de betrokkene, waaronder een borderline en antisociale persoonlijkheidsstoornis, en het risico op terugval in gewelddadig gedrag. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige kamer
Parketnummer: 15-700711-10
Uitspraakdatum: 24 februari 2022
Beslissing ex artikel 6:6:10 eerste lid Sv
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van
[veroordeelde]
,
geboren op [geboortedatum] 1960 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in [kliniek] ,
hierna: betrokkene,
met twee jaar.

1.De procedure

Bij vonnis van deze rechtbank van 21 november 2011 is aan betrokkene de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd, wegens, zakelijk weergegeven, doodslag.
De termijn van de terbeschikkingstelling nam een aanvang op 14 februari 2014.
De termijn is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 7 juli 2020 met twee jaar.
De onderhavige vordering is op 6 januari 2022 bij de rechtbank ingediend.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder:
  • een advies als bedoeld in artikel 6:6:12, lid 1, aanhef en onder a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), gedateerd 27 december 2021, afkomstig van [kliniek] (hierna: de kliniek) en ondertekend door I. de Boer, GZ-psycholoog, locatiedirecteur en tevens (plaatsvervangend) hoofd van de inrichting, M. van den Bremer, GZ-psycholoog en hoofd behandeling en J. Troelstra, psychiater;
  • een afschrift van de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene als bedoeld in artikel 6:6:12, lid 1, aanhef en onder b Sv;
  • adviezen van twee onafhankelijke gedragsdeskundigen zoals bedoeld in artikel 6:6:12, lid 3 Sv, te weten een advies gedateerd 15 november 2021, opgemaakt door H. Kondakçi, psychiater, en een advies gedateerd 18 november 2021, opgemaakt door J.P.M. van der Leeuw, GZ-psycholoog/psychotherapeut.
Op 10 februari 2022 is de vordering op een openbare terechtzitting behandeld. Betrokkene en de deskundige van de kliniek, te weten M. van den Bremer zijn via een beeld- en geluidsverbinding gehoord. Verder waren aanwezig de officier van justitie, mr. A.M.H.G. Peters en de raadsvrouw van betrokkene, mr. C.B. Stenger, advocaat te Schiphol.
Van het verhandelde tijdens deze zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

2.Het advies van de kliniek

Het advies van de kliniek houdt, voor zover relevant, het volgende in:
Bij betrokkene is sprake van een borderline en antisociale persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in het gebruik van diverse middelen welke laatstgenoemde stoornis thans in een gereguleerde omgeving in langdurige remissie is. Daarnaast is sprake van forse trekken van psychopathie.
Na vanaf 2014 te hebben verbleven in FPC de Kijvelanden en vanaf augustus 2019 in het
kader van zijn resocialisatie, bij De Blink in Rotterdam, is betrokkene teruggeplaatst in de Kijvelandenkliniek en per 6 april 2021 overgeplaatst naar de [kliniek] , waar hij is opgenomen in een reguliere leefgroep.
Op basis van het tempo waarin betrokkene, na overgang naar De Blink, is teruggevallen in ‘oude’ patronen, wordt reeds bij opname geconcludeerd dat de behandeldoelen vooral gestoeld moeten zijn op (gedrags)afspraken en minder/niet op ontwikkeling. Zo wordt van betrokkene verwacht dat hij zich aan afspraken houdt die met hem gemaakt zijn en dient hij zich tevens controleerbaar op te stellen inzake zijn financiën, contacten en middelen. Voorts staat onderhavige periode in het teken van de opbouw van een samenwerkingsrelatie en het tot stand komen van een passend behandelprogramma.
Inherent aan de persoonlijkheidsdynamiek van betrokkene valt de ervaren samenwerking met het behandelingsteam nauw samen met het gevoel van gezien en gehoord worden. Wanneer betrokkene in onderhavige periode vervolgens gevoelens ontwikkelt voor een (veel) jongere medepatiënte wordt tevens zijn onvermogen – en met momenten onwil – tot enige introspectie en mentaliseren goed zichtbaar. Hoewel dit de samenwerking met het behandelingsteam tijdelijk onder druk zet, toont betrokkene zich wel trouw in deelname aan zijn behandelprogramma.
De komende periode staat, indien incidenten en/of regelbrekend gedrag uitblijven, in het teken van het opnieuw opstarten van zijn resocialisatietraject, in de vorm van begeleid verlof. Wat de wijze en route van uitstroom wordt, zal de tijd en het verloop van de (on)begeleide verloven moeten uitwijzen. Thans is de inschatting dat een vorm van (intensief) toezicht en begeleiding noodzakelijk zal blijven ten einde de risico’s aanvaardbaar laag te houden.
Samenvattend en concluderend is, gegeven de (behandel)voorgeschiedenis, de (grotendeels) chronische kernproblematiek en de risico-inschatting sprake van een complex behandelings- en resocialisatieproces. Betrokkene gaat uiteindelijk zijn eigen gang, schendt voorwaarden c.q. vervalt snel in ‘oude patronen’. Gezien de gebleken onbetrouwbaarheid in het recente verleden, het gebrekkige zelfinzicht en de gebrekkige zelfcontrole ten aanzien van de risicofactoren, zal naar verwachting veel nadruk moeten blijven liggen op een extern risicomanagement. Daarnaast vormt het verder versterken van factoren als coping, stabilisatie en continuering van beschermende structuren, adequate en passende medicatie en het uitbreiden van een prosociaal netwerk, belangrijke doelen. Wanneer de tbs-maatregel zou komen te vervallen, wordt het risico op (seksueel) gewelddadig gedrag als hoog ingeschat.
De kliniek adviseert om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.
De deskundige M. van den Bremer heeft bij de behandeling van de vordering ter terechtzitting, namens de kliniek, dit advies gehandhaafd en nader toegelicht.
Op dit moment is sprake van een turbulente periode. Betrokkene heeft recent een suïcidepoging ondernomen. Er zijn veel zorgen over de instabiele toestand van betrokkene. Betrokkene laat zich op dit moment moeilijk begeleiden. De deskundige verwacht dat er nog een langdurig traject met (intensief) toezicht en begeleiding zal volgen. Hiervoor is in ieder geval nog twee jaar nodig. Dat heeft onder andere te maken met het tempo waarin betrokkene na overgang naar De Blink is afgegleden. Voordat er een aanvraag voor begeleid verlof zal worden ingediend, moet eerst de rust terugkeren.

3.De adviezen van de onafhankelijke gedragsdeskundigen

3.1.
Het advies van de psychiater
In het rapport van de psychiater H. Kondakçi is onder meer het volgende opgenomen:
Bij betrokkene is primair sprake van ernstige persoonlijkheidspathologie en verslavingsproblematiek. Geclassificeerd worden een borderline persoonlijkheidsstoornis, een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een stoornis in het gebruik van cocaïne en een stoornis in het gebruik van opioïden (methadon).
Het risico op terugval in gewelddadig delictgedrag zoals het indexdelict wordt binnen een intramurale goed beveiligde setting (FPC) als beheersbaar ingeschat (laag). Deze zal oplopen naar matig in een omgeving met meer vrijheid en minder toezicht (bijvoorbeeld een transmurale verblijfssetting). Bij volledig wegvallen van enige controle, toezicht en steun (hypothetische beëindiging van de tbs-maatregel) is de inschatting dat het risico mogelijk zelfs al op korte termijn zal stijgen naar hoog. Het thans ingezet risicomanagement is effectief en dient gecontinueerd te worden.
Betrokkene is inmiddels ruim een half jaar bezig met een tweede behandelpoging in de huidige kliniek. Hij doet zijn best maar het kost hem zichtbaar veel moeite om stabiel te blijven. Gewaakt dient niet enkel te worden voor schijnaanpassing en terugval in gewelddadig gedrag, maar ook voor demoralisatie en verlies van perspectief en vertrouwen. Dat laatste zal een uitdaging blijven gezien de kernproblematiek van betrokkene. Het is daarom van belang om de ingezette lijn vast te houden en hetgeen tot op heden is opgebouwd trachten verder te bestendigen. Het valt niet uit te sluiten dat wrijvingen en conflicten bij tijd en wijle van zich zullen laten horen, en betrokkene de nodige aandacht zal blijven vragen om bijgestuurd te worden. De verwachting is echter ook dat ernstige geweldsincidenten in de huidige behandelcontext zullen uitblijven en dat het verantwoord is om geleidelijk het verloftraject (begeleide verloven) weer op te starten. Dat zal betrokkene enerzijds weer de mogelijkheid bieden om het aangeleerde verder toe te passen en het zal hem gemotiveerd houden om de schouders onder zijn behandeltraject te blijven zetten. Het blijft echter van belang om het traject geleidelijk te doorlopen, met aandacht enerzijds voor controle en toezicht, maar anderzijds ook voor het laag basisvertrouwen, de autonomiebehoefte en de krenkingsgevoeligheid. De verwachting is dat het verdere behandel- en resocialisatietraject niet zonder slag of stoot zal gaan en nog geruime tijd in beslag zal nemen.
De psychiater adviseert de tbs maatregel met twee jaar te verlengen.
3.2.
Het advies van de psycholoog
In het rapport van de psycholoog J.P.M. van der Leeuw is onder meer het volgende opgenomen:
Betrokkene is een man die lijdt aan hardnekkige multipele problematiek waaronder met name antisociale problematiek en verslavingsneiging. Bij het plegen van het indexdelict heeft deze problematiek in belangrijke mate doorgewerkt. De behandeling tot op heden heeft de problematiek nauwelijks doen verbleken en invalideert betrokkene nog zodanig dat kan worden ingeschat dat hij niet zonder strikte externe sturing en steun maatschappelijk (zonder recidiverisico) kan functioneren. De verwachting is dat betrokkene langdurig afhankelijk zal zijn van een zorgend, begeleidend en controlerend kader om het delict-gevaar te kunnen beperken.
Het recidiverisico is op korte termijn, bij verblijf in de huidige Tbs-setting, als matig te omschrijven. Mocht dit kader wegvallen dan wordt het recidiverisico meteen erg groot.
De verwachting is dat het risico op geweld door betrokkene, binnen de huidige gestructureerde en beveiligde setting, klein is. Mocht deze setting wegvallen dan is in te schatten dat het risico op toekomstig geweld hoog is.
De onderzoeker adviseert, voor zover nu is te overzien, de huidige tweede behandelpoging richting resocialisatie, te continueren. Permanente sturing, bewaking, ondersteuning en controle zijn nodig.
De psycholoog adviseert de tbs maatregel met twee jaar te verlengen.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft onder verwijzing naar voornoemde adviezen gepersisteerd bij de
vordering tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot
verpleging van overheidswege met twee jaren.

5.Het standpunt van betrokkene

Betrokkene is het niet eens met de vordering van de officier van justitie. Betrokkene vindt de
behandeling te lang duren en spreekt de angst uit dat het door de laatste ontwikkelingen lang zal duren voordat er weer nieuwe stappen worden ondernomen. Betrokkene geeft aan dat hij, toen hij in het verleden buiten de kliniek werkte, goed functioneerde. Betrokkene voelt zich wanhopig en wil niet langer in de kliniek verblijven. Op dit moment kiest hij voor zelfisolatie en komt hij zijn kamer niet uit.
Namens betrokkene heeft de raadsvrouw in het bijzonder het volgende naar voren gebracht.
Betrokkene houdt er rekening mee dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd, maar het is erg moeilijk voor hem. Aanvankelijk leek het buiten de kliniek bij de Blink voorspoedig te gaan en heeft hij een jaar lang goed gefunctioneerd met zijn werk buiten de kliniek. Het zag er goed uit totdat hij een relatie kreeg en is gedecompenseerd. Daarna duurt het lang om terug te komen op het niveau van voor de decompensatie. Dat is frustrerend, betrokkene is teleurgesteld en heeft het gevoel dat hij er alleen voor staat. Ik hoop dat hij rustiger wordt en zichzelf beetpakt en weer perspectief kan zien en hoop dat het begeleid verlof op korte termijn wordt aangevraagd. Betrokkene heeft het afgelopen jaar zijn best gedaan. De huidige problemen maken dat het hem op dit moment allemaal even teveel is geworden.

6.De beoordeling

De rechtbank is, gelet op de stukken en het verhandelde ter terechtzitting, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van betrokkene vereist en wel met twee jaar.
De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Er is sprake van een complex behandelings- en resocialisatieproces. Bij het wegvallen van de behandeling is er een hoog risico op (seksueel) gewelddadig gedrag. Nu er nog geen sprake is van een stabiel beeld bij de betrokkene en er derhalve ook nog geen aanvraag voor begeleid verlof is gedaan, is een verlenging met twee jaar in deze fase van de behandeling aangewezen.

7.De beslissing

De rechtbank:
Wijst de vordering van de officier van justitie toe en
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege van
[veroordeelde]met
twee jaar.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.A.M. van der Heijden, voorzitter,
mr. J.J.M. Uitermark en mr. S.J. Richters, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. J. Dommershuijzen,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 februari 2022.
mr. Uitermark is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.