ECLI:NL:RBNHO:2022:1444

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 februari 2022
Publicatiedatum
22 februari 2022
Zaaknummer
323313
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vennootschapsrechtelijk ontslag van een bestuurder en onbevoegdheid van de rechtbank in arbeidsovereenkomsten

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 februari 2022 uitspraak gedaan over een vennootschapsrechtelijk ontslag van een bestuurder, The Count Holding, door Well Guidance B.V. De rechtbank oordeelt dat het ontslag rechtsgeldig is, maar verklaart zich onbevoegd ten aanzien van overige vorderingen die gebaseerd zijn op een arbeidsovereenkomst. De rechtbank stelt vast dat de kantonrechter bevoegd is om deze vorderingen te behandelen, aangezien de betrokken partijen ook in die hoedanigheid verzoeken hebben ingediend. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van de kantonrechter waarin al op deze vorderingen is beslist.

Well Guidance c.s. hebben verzocht om te verklaren dat het ontslag van The Count Holding rechtsgeldig is en dat de arbeidsovereenkomst met [verweerder] op rechtsgeldige wijze is beëindigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering om het vennootschapsrechtelijk ontslag te bevestigen, kan worden toegewezen, omdat The Count Holding zich daartegen niet heeft verzet. De overige verzoeken van Well Guidance c.s. zijn echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze al door de kantonrechter zijn behandeld.

De rechtbank heeft ook de tegenverzoeken van [verweerders] beoordeeld, maar verklaart zich ook hier onbevoegd, omdat deze verzoeken eveneens betrekking hebben op arbeidsovereenkomsten. De rechtbank heeft bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt, gezien de aard van de zaak en de uitkomst.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: C/15/323313 / HA RK 21/237
Uitspraakdatum: 15 februari 2022
Beschikking van de rechtbank in de zaak van:
de besloten vennootschap
Well Guidance B.V.
en de besloten vennootschap
Fabi Pro B.V., de besloten vennootschap
Gyro Guidance B.V.en
[verzoeker]
gevestigd te Amsterdam en/of met gekozen woonplaats in [plaats 1]
verzoekende partijen
verder gezamenlijk te noemen: Well Guidance c.s. en afzonderlijk te noemen Well Guidance, Fabi Pro, Gyro Guidance en [verzoeker]
gemachtigde: mr. R. Muurlink
tegen
[verweerder]
en de besloten vennootschap
The Count Holding B.V.
wonende en gevestigd te [plaats 2]
verwerende partijen
verder gezamenlijk te noemen: [verweerders] en afzonderlijk te noemen [verweerder] en The Count Holding
gemachtigde: mr. M. Bouiga
De zaak in het kort
De rechtbank oordeelt in deze zaak dat een vennootschapsrechtelijk ontslag van een bestuurder rechtsgeldig heeft plaatsgevonden. Voor zover de overige vorderingen en verzoeken van partijen op een arbeidsovereenkomst zijn gebaseerd, verklaart de rechtbank zich onbevoegd, omdat de kantonrechter die vorderingen en verzoeken moet behandelen. Partijen worden in de resterende vorderingen niet-ontvankelijk verklaard, omdat daarop al is beslist in een uitspraak van de kantonrechter.

1.Het procesverloop

1.1.
Well Guidance c.s. hebben een verzoek gedaan om onder meer voor recht te verklaren dat het vennootschapsrechtelijk ontslag van The Count Holding en/of [verweerder] rechtsgeldig heeft plaatsgevonden. [verweerders] hebben een verweerschrift en een tegenverzoek ingediend.
1.2.
Op 18 januari 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. [verweerders] en Well Guidance c.s. hebben ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting hebben partijen met brieven van 13 en 17 januari 2022 nog stukken toegezonden.
1.3.
De zaak is op de zitting van 18 januari 2022 gezamenlijk behandeld met een ander verzoekschrift van Well Guidance c.s. en een verzoekschrift van [verweerder] , met zaaknummers 9592135\AO VERZ 21-95 en 9592069\AO VERZ 21-94. In die zaken wordt vandaag afzonderlijk uitspraak gedaan.

2.De feiten

2.1.
Well Guidance is op 30 april 2018 opgericht. Well Guidance houdt zich bezig met dienstverlening op het gebied van energiewinning.
2.2.
Als statutair bestuurders van Well Guidance zijn benoemd The Count Holding, Fabi Pro, Gyro Guidance en de besloten vennootschap Quantum Fun Holding B.V. Laatstgenoemde vennootschap is per 4 augustus 2021 uitgetreden als bestuurder.
2.3.
Bestuurder van The Count Holding is [verweerder] . Bestuurder van Fabi Pro is [xxx] (hierna: [xxx] ). Bestuurder van Gyro Guidance is [verzoeker] (hierna: [verzoeker] ). The Count Holding, Fabi Pro, Gyro Guidance en [verzoeker] zijn ook aandeelhouder van Well Guidance.
2.4.
[verweerder] , geboren [geboortedatum] , is op 1 november 2018 in dienst getreden bij Well Guidance. De functie van [verweerder] is Managing Director met een salaris van € 5.775,00 bruto per maand.
2.5.
[verweerder] is op 18 oktober 2021 op staande voet ontslagen. In een brief van de advocaat van Well Guidance van 18 oktober 2021 is dat ontslag bevestigd. Daarbij is als dringende reden voor het ontslag onder meer genoemd dat [verweerder] namens Well Guidance per 1 januari 2021 een arbeidsovereenkomst is aangegaan met een vriendin van hem, en dat door Well Guidance over de periode van 1 januari 2021 tot 1 oktober 2021 ook loonbetalingen aan die vriendin zijn gedaan, terwijl die vriendin niet daadwerkelijk in dienst is getreden en nooit werkzaamheden heeft verricht voor Well Guidance.
2.6.
The Count Holding is op 18 oktober 2021 in de algemene vergadering van aandeelhouders ontslagen als statutair bestuurder van Well Guidance.

3.Het verzoek, het verweer en het tegenverzoek

3.1.
Well Guidance c.s. verzoeken voor recht te verklaren dat het vennootschapsrechtelijk ontslag van The Count Holding en/of [verweerder] rechtsgeldig heeft plaatsgevonden, dat de arbeidsovereenkomst tussen [verweerder] en Well Guidance met ingang van 18 oktober 2021 tot een rechtsgeldig einde is gekomen, dat [verweerder] en The Count Holding terecht op staande voet zijn ontslagen en dat zij ernstig verwijtbaar en onrechtmatig hebben gehandeld. Ook wordt verzocht om [verweerder] te veroordelen tot betaling van een zogenoemde gefixeerde schadevergoeding van € 8.651,32 bruto. Verder wordt verzocht om [verweerder] en The Count Holding te veroordelen tot terugbetaling van € 19.391,40, € 3.061,88 en € 7.350,00 aan onverschuldigde betalingen. Aan deze verzoeken leggen Well Guidance c.s. ten grondslag – kort weergegeven – dat een terecht vennootschapsrechtelijk ontslag heeft plaatsgevonden, dat [verweerders] terecht op staande voet zijn ontslagen en dat verschillende bedragen onverschuldigd zijn betaald aan [verweerders]
3.2.
verweren zich tegen het verzoek en stellen dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, omdat geen sprake is van een dringende reden voor dat ontslag en het ontslag ook niet onverwijld is gegeven. Verder merken [verweerders] op dat het door Well Guidance c.s. genoemde onverschuldigd betaalde bedrag van € 19.391,40 al is terugbetaald, en dat de bedragen van € 3.061,88 en € 7.350,00 grotendeels betrekking hebben op betaling van zakelijke (on)kosten en een bonus waarop [verweerders] aanspraak hebben. Verder wordt bij wijze van tegenverzoek door [verweerders] verzocht om Well Guidance c.s. te veroordelen tot betaling van een bonus van € 63.359,63, en wordt door The Count Holding verzocht om Well Guidance te veroordelen tot terugbetaling van een lening aan Well Guidance van
€ 3.000,00.

4.De beoordeling

het verzoek

4.1.
De rechtbank constateert dat partijen in deze zaak in veel verschillende hoedanigheden verzoeken, vorderingen en tegenverzoeken indienen, met name als werkgever, werknemer, bestuurder en aandeelhouder. Zij maken ook niet steeds geheel duidelijk door wie en tegen wie precies de verzoeken en vorderingen worden ingediend. Bovendien zijn veel van die verzoeken en vorderingen ook al ingediend in de zaak met nummer 9592135\AO VERZ 21-95, waarin door de kantonrechter vandaag een beschikking is gewezen.
4.2.
Een groot aantal verzoeken en vorderingen van Well Guidance c.s. is gebaseerd op een arbeidsovereenkomst. Zoals is overwogen in de beschikking van de kantonrechter van vandaag in de zaak met nummer 9592135\AO VERZ 21-95 is alleen sprake van een arbeidsovereenkomst tussen Well Guidance en [verweerder] . Ook is in die beschikking overwogen dat de kantonrechter bevoegd is daarvan kennis te nemen, en niet de rechtbank, omdat [verweerder] geen statutair bestuurder is. De rechtbank verwijst naar de overwegingen van de kantonrechter daarover.
4.3.
Op grond van de wet is de kantonrechter bevoegd om zaken betreffende een arbeidsovereenkomst te behandelen en daarover te oordelen. [1] Dat betekent dat de rechtbank zich onbevoegd zal verklaren om te oordelen over alle verzoeken en vorderingen van Well Guidance c.s. die gebaseerd zijn op een arbeidsovereenkomst. De rechtbank hoeft de zaak niet te verwijzen naar de kantonrechter, omdat alle verzoeken en vorderingen met betrekking tot de arbeidsovereenkomst al zijn behandeld en beslist in de beschikking van vandaag van de kantonrechter met nummer 9592135\AO VERZ 21-95.
4.4.
De kantonrechter heeft in eerdergenoemde beschikking ook al een beslissing genomen over nagenoeg alle overige vorderingen en verzoeken van Well Guidance c.s., die niet zijn gebaseerd op een arbeidsovereenkomst. Daarop kan dus niet meer worden beslist in deze zaak. In zoverre zullen Well Guidance c.s. daarom niet-ontvankelijk worden verklaard ten aanzien van die vorderingen en verzoeken.
4.5.
De rechtbank moet alleen nog een beslissing nemen op de vordering van Well Guidance c.s. om voor recht te verklaren dat het vennootschapsrechtelijk ontslag van The Count Holding rechtsgeldig heeft plaatsgevonden. De rechtbank zal ervan uitgaan dat deze vordering bij verzoekschrift kon worden ingediend, omdat Well Guidance c.s. haar verzoekschrift mede heeft gebaseerd op (het einde van) een arbeidsovereenkomst, ook al is die grondslag inmiddels onjuist bevonden. Daartoe ziet de rechtbank ook aanleiding om praktische en proceseconomische redenen, temeer nu partijen daartegen geen bezwaar maken.
4.6.
De vordering van Well Guidance c.s. om voor recht te verklaren dat het vennootschapsrechtelijk ontslag van The Count Holding rechtsgeldig heeft plaatsgevonden, wordt toegewezen, omdat The Count Holding zich daartegen niet heeft verzet.
4.7.
Gelet op de aard en de uitkomst van de zaak is het redelijk om te bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten moet dragen.
het tegenverzoek
4.8.
De tegenvordering van [verweerders] ten aanzien van de bonus van € 63.359,63 is kennelijk gebaseerd op een arbeidsovereenkomst. De rechtbank zal zich ten aanzien van die vordering onbevoegd verklaren, onder verwijzing naar wat hiervoor is overwogen. Ook hier hoeft de rechtbank de zaak niet te verwijzen naar de kantonrechter, omdat deze tegenvordering al is behandeld en daarop is beslist in de beschikking van vandaag van de kantonrechter met nummer 9592135\AO VERZ 21-95.
4.9.
Op de vordering van The Count Holding om Well Guidance te veroordelen tot terugbetaling van een lening aan Well Guidance van € 3.000,00 is al beslist in eerdergenoemde beschikking. Daarop kan dus niet meer worden beslist in deze zaak. In zoverre zullen [verweerders] niet-ontvankelijk worden verklaard in hun tegenverzoek.
4.10.
Ook hier is het gelet op de aard en de uitkomst van de zaak redelijk om te bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten moet dragen.

5.De beslissing

De rechtbank:
het verzoek
5.1.
verklaart voor recht dat het vennootschapsrechtelijk ontslag van The Count Holding rechtsgeldig heeft plaatsgevonden;
5.2.
de rechtbank verklaart zich ten aanzien van de overige vorderingen en verzoeken van Well Guidance c.s. onbevoegd en/of verklaart Well Guidance c.s. daarin niet-ontvankelijk;
5.3.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
het tegenverzoek
5.4.
de rechtbank verklaart zich ten aanzien van het tegenverzoek onbevoegd en/of verklaart [verweerders] daarin niet-ontvankelijk;
5.5.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De rechter

Voetnoten

1.Artikel 93 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.