ECLI:NL:RBNHO:2022:1441

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 februari 2022
Publicatiedatum
22 februari 2022
Zaaknummer
C/15/319702 / FA RK 21-4137
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gerechtelijke vaststelling van ouderschap na overlijden van de man met betrekking tot verzoekers

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 22 februari 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van een onlangs overleden man. De verzoekers, bestaande uit drie personen, hebben verzocht om vaststelling van het ouderschap van de man, geboren op een bepaalde datum en overleden op een andere datum. De rechtbank heeft eerder op 14 januari 2022 een tussenbeschikking gegeven waarin de kinderen van de man, die als verweerders zijn aangemerkt, zijn toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen de stelling dat de man de verwekker is van de verzoekers. De verweerders hebben echter besloten geen gebruik te maken van deze mogelijkheid.

De rechtbank heeft in haar beschikking van 22 februari 2022 overwogen dat, nu de verweerders hebben afgezien van het leveren van tegenbewijs, het verzoek van de verzoekers kan worden toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de verwekker is van de verzoekers op basis van de door hen overgelegde bewijsmiddelen. Dit is in overeenstemming met artikel 1:207 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat het ouderschap van een persoon kan worden vastgesteld op verzoek van het kind, ook indien deze persoon is overleden.

De rechtbank heeft de griffier gelast om een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaren van de burgerlijke stand van de betrokken gemeenten. De overige subsidiaire verzoeken zijn onbesproken gelaten, aangezien de primaire verzoeken zijn toegewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. M.A.J. Berkers, met H.M. Zonneveld als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
gerechtelijke vaststelling ouderschap van de man
zaak-/rekestnr.: C/15/319702 / FA RK 21-4137
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 22 februari 2022
in de zaak van:
[verzoeker 1],
wonende te [plaats] ,
hierna mede te noemen: [verzoeker 1] ,
en
[verzoekster] ,
hierna mede te noemen: [verzoekster] ,
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
en
[verzoeker 2] ,
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
hierna mede te noemen: [verzoeker 2] ,
tezamen ook te noemen: verzoekers,
advocaat: mr. A. Heilig, kantoorhoudende te Hoorn Nh,
strekkende tot vaststelling van het ouderschap van:
[de man] ,
geboren op [geboortedatum] te [plaats] en overleden op [overlijdensdatum] te [plaats] ,
hierna mede te noemen: de man,
in welke zaak belanghebbenden zijn:
[de moeder] ,
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
hierna mede te noemen: de moeder,
en
[kind 1],
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
hierna mede te noemen: [kind 1] ,
en
[kind 2],
wonende te Alkmaar,
hierna mede te noemen: [kind 2] ,
tezamen ook te noemen: [kinderen] ,
advocaat: mr. M.J.P. Schipper, kantoorhoudende te Alkmaar.
1. Procedure
1.1. In deze zaak is eerder beschikking gegeven op 14 januari 2022.
Daarbij heeft de rechtbank [kinderen] toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen de voorshands bewezen geachte stelling dat de man de verwekker is van verzoekers op de wijze zoals omschreven in r.o. 5.7. van die beschikking. De zaak is verwezen naar de rol van
1 februari 2022 opdat [kinderen] alsdan kunnen doen mededelen of zij van de gelegenheid tot het leveren van tegenbewijs gebruik willen maken, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden.
1.2. Ter griffie van de rechtbank is op 2 februari 2022 de brief van de advocaat van [kinderen] van 31 januari 2022 ingekomen.

2.Verdere behandeling en beoordeling van de zaak

2.1.
Voor een weergave van het verloop van de procedure en de feiten verwijst de rechtbank naar voornoemde beschikking van 14 januari 2022. De rechtbank neemt over hetgeen is overwogen en beslist in genoemde beschikking en overweegt en beslist in aanvulling daarop als volgt.
2.2.
Bij brief van 31 januari 2022 is namens [kinderen] medegedeeld dat zij overleg hebben gevoerd met hun moeder, [naam] (hierna ook te noemen: [naam] ). [kinderen] hebben voorts navraag gedaan bij Verilabs omtrent de noodzaak om hun moeder in het eventuele DNA-onderzoek te betrekken. Daaruit is naar voren gekomen dat de medewerking van [naam] is gewenst, maar belangrijker, dat ook wanneer die medewerking wordt verkregen niet gegarandeerd kan worden dat er een duidelijke uitslag uit de test komt. Na ampel beraad hebben [kinderen] besloten geen gebruik te maken van de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren. Het is hen helder wat het gevolg daarvan zal zijn.
2.3.
De rechtbank is van oordeel dat, nu [kinderen] hebben afgezien van het leveren van tegenbewijs, het verzoek van verzoekers tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van de man met betrekking tot hen kan worden toegewezen. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
2.4.
In de beschikking van 14 januari 2022 is, op grond van de door verzoekers overgelegde hoeveelheid en -naar het oordeel van de rechtbank- sterke bewijsmiddelen, voorshands bewezen geacht dat de man de verwekker is van verzoekers. [kinderen] hebben afgezien van het leveren van tegenbewijs, zodat de rechtbank nu het verwekkerschap van de man als vaststaand aanneemt.
Hiermee is voldaan aan de in artikel 1:207, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek gestelde voorwaarde dat het ouderschap van een persoon, ook indien deze overleden, op grond dat deze de verwekker is van het kind, door de rechtbank kan worden vastgesteld op verzoek van het kind. Ook aan de overige in artikel 1:207 BW genoemde voorwaarden is voldaan, zodat toewijzing de rechtbank gegrond en rechtmatig voorkomt.
2.5.
De rechtbank zal de griffier gelasten een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenten [gemeente] , [gemeente] en [gemeente] .
2.6.
Nu de primaire verzoeken van verzoekers zullen worden toegewezen, kunnen de overige subsidiaire verzoeken onbesproken blijven.

3.Beslissing:

De rechtbank:
3.1.
stelt vast het ouderschap van
[de man], geboren op [geboortedatum] te [plaats] en overleden op [overlijdensdatum] te [plaats] betreffende de kinderen:
-
[verzoeker 1], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ;
-
[verzoekster], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , gemeente [gemeente] ;
-
[verzoeker 2], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ;
3.2.
wijst af het meer of anders verzochte;
3.3.
draagt de griffier - op grond van artikel 1: 20 e lid 1 BW - op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking -en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld- een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaren van de burgerlijke stand van de gemeenten [gemeente] , [gemeente] en [gemeente] .
Deze beschikking is gegeven door mr. M.A.J. Berkers, in tegenwoordigheid van H.M. Zonneveld, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2022.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.