ECLI:NL:RBNHO:2022:1399

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 januari 2022
Publicatiedatum
21 februari 2022
Zaaknummer
9554024 \ VV EXPL 21-159
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurkwestie en ontruiming op basis van de Leegstandwet met overeenstemming over ontruimingstermijn

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Villex Vastgoedbescherming B.V. (hierna: Villex) een kort geding aangespannen tegen een gedaagde, die sinds 26 maart 2021 een woning huurt van Villex op basis van een tijdelijke huurovereenkomst onder de Leegstandwet. Villex heeft de huurovereenkomst per 1 november 2021 opgezegd, maar de gedaagde heeft de woning niet ontruimd. Villex vordert ontruiming van de woning en betaling van huurachterstand. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 januari 2022 hebben partijen overeenstemming bereikt dat de gedaagde tot 1 mei 2022 in de woning mag blijven, mits hij de huur tijdig en volledig betaalt. De kantonrechter heeft de vordering van Villex toegewezen, waarbij de gedaagde is veroordeeld tot ontruiming van de woning en betaling van huur en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9554024 \ VV EXPL 21-159
Uitspraakdatum: 25 januari 2022
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Villex Vastgoedbescherming B.V.
gevestigd te Barendrecht
eiseres
verder te noemen: Villex
gemachtigde: mr. C.M. Malipaard
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. B. Wernik

1.Het procesverloop

1.1.
Villex heeft [gedaagde] op 2 december 2021 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 januari 2022. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft [gedaagde] bij brieven van 7 en 9 januari 2022 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Villex beheert in opdracht van Pré Wonen woningen die binnen afzienbare tijd worden gesloopt of ingrijpend gerenoveerd.
2.2.
[gedaagde] huurt sinds 26 maart 2021 van Villex een woning aan [adres] . Het gaat om een tijdelijke huurovereenkomst voor de duur van zes maanden op grond van artikel 15 van de Leegstandwet.
2.3.
Bij aangetekende brief van 21 juli 2021 en deurwaardersexploot van 26 juli 2021 heeft Villex de huurovereenkomst met [gedaagde] per 1 november 2021 opgezegd.
2.4.
[gedaagde] heeft de woning na 1 november 2021 niet ontruimd en verlaten.

3.Het geschil

3.1.
Villex vordert ontruiming van de woning en binnen acht dagen na betekening van dit vonnis. Verder vordert Villex betaling van € 372,15 voor elke maand vanaf 1 december 2021 tot aan het tijdstip van tenuitvoerlegging van dit vonnis. Ten slotte vordert Villex betaling van de proces- en nakosten.
3.2.
Villex legt aan de vordering ten grondslag dat zij de huurovereenkomst met [gedaagde] per 1 november 2021 heeft opgezegd en dat hij vanaf dat moment zonder recht of titel in de woning verblijft.
3.3.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd tegen de vordering. Hij heeft verzocht Villex in haar vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren dan wel deze af te wijzen, met veroordeling van Villex in de proceskosten.

4.De beoordeling

4.1.
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht en de behandeling van de zaak is geschorst, hebben partijen ter zitting verklaard dat zij met elkaar zijn overeengekomen dat [gedaagde] tot 1 mei 2022 in de woning mag verblijven als hij de huur steeds tijdig en volledig betaalt.
4.2.
De kantonrechter zal met inachtneming hiervan de vordering van Villex toewijzen. Daarbij zal [gedaagde] als (overwegend) in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Ook wordt [gedaagde] veroordeeld tot betaling van € 124,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Villex worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om uiterlijk op 1 mei 2022 de zelfstandige woonruimte aan [adres] met alle zich daarin bevindende personen en goederen te verlaten en geheel te ontruimen, ontdaan van alle door [gedaagde] aangebrachte zaken en installaties en teruggebracht in de oorspronkelijke aanvangsstaat, en onder overgave van de sleutels en hetgeen daartoe verder behoort ter vrije en algehele beschikking van Villex te stellen;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 372,15 per maand vanaf 1 december 2021 voor elke maand dat [gedaagde] het gehuurde in gebruik houdt;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Villex tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 100,32
griffierecht € 126,00
salaris gemachtigde € 498,00 ;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 124,00 aan nakosten, voor zover Villex daadwerkelijk nakosten zal maken;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter