ECLI:NL:RBNHO:2022:1348
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening inzake stopzetting deelname aan project voor daklozen en overdracht naar maatschappelijke opvang
Op 17 januari 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van de stopzetting van deelname aan een (pilot)project voor daklozen, waarbij verzoeker zou worden overgedragen aan de maatschappelijke opvang van het Leger des Heils. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen deze stopzetting en verzocht om een ordemaatregel, die eerder was afgewezen. Tijdens de zitting op 11 januari 2022 heeft verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn situatie toegelicht. Hij stelde dat hij 24-uursopvang nodig had vanwege zijn medische problemen en dat de huidige opvang niet adequaat was.
De voorzieningenrechter overwoog dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventuele bodemprocedure. Er werd vastgesteld dat verzoeker al enige tijd dakloos was en gebruik maakte van de opvang van het Leger des Heils. Het project waaraan verzoeker deelnam, bood geen garantie voor 24-uursopvang, en verzoeker had geen aanvraag ingediend voor deze opvang. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker niet had aangetoond dat hij recht had op 24-uursopvang en dat er geen onhoudbare noodsituatie was die een voorlopige voorziening rechtvaardigde. Het verzoek om voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.