Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[verzoekers]
1.Procesverloop
2.Het standpunt van verzoekers
3.De beoordeling
Het is de taak van de rechter om kritisch te zijn, als toezichthouder op het bewind van verzoekers en dus ook om daarover tijdens een mondelinge behandeling kritische vragen te stellen. Op zichzelf hoeft de rechter daarbij geen vragen van verzoekers te beantwoorden. De door verzoekster op 5 oktober 2021 ter zitting gestelde vraag wat zij anders had moeten doen betreffende de situatie met de Belastingdienst in verband met het feit dat haar zoon bij verzoekers ingeschreven heeft gestaan, behoefde de rechter dus niet te beantwoorden. Dit had op de weg van de bewindvoerder gelegen. Wellicht dat verzoekers een andere opstelling hadden verwacht van de rechter, maar het feit dat de rechter een vraag van partijen niet beantwoordt en naar het gevoel van verzoekers de bewindvoerder onevenredig veel aan het woord heeft gelaten, is onvoldoende om te oordelen dat de vrees dat de rechter niet onpartijdig is, objectief gerechtvaardigd is.