ECLI:NL:RBNHO:2022:1268

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 januari 2022
Publicatiedatum
16 februari 2022
Zaaknummer
9461040 \ BM VERZ 21-2130
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ontslag van bewindvoerders en benoeming van opvolgend bewindvoerder in het kader van bewindvoering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van de huidige bewindvoerders en benoeming van een nieuwe bewindvoerder. Het verzoek is ingediend door de betrokkene, die stelt dat er een onstabiele en onduidelijke situatie is ontstaan tussen haar en de huidige bewindvoerders. Betrokkene heeft aangegeven dat de communicatie met de bewindvoerders niet respectvol verloopt en dat zij geen inzicht heeft in de handelingen die in haar naam worden verricht. Ze heeft ook een achterstand in betalingen van het CAK gemeld, wat haar herstel negatief beïnvloedt.

De huidige bewindvoerders hebben echter verweer gevoerd tegen het verzoek van betrokkene. Zij stellen dat betrokkene recentelijk in een begeleid wonen vorm verbleef en dat zij zonder overleg is gestopt met de zorg en begeleiding. De bewindvoerders hebben ook aangegeven dat er geen communicatie meer mogelijk is met betrokkene en dat zij zich genoodzaakt hebben gezien om betrokkene te blokkeren op WhatsApp vanwege grensoverschrijdend gedrag.

De kantonrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat het bewind opgeheven dient te worden, omdat er geen zinvolle uitvoering meer aan kan worden gegeven. Het verzoek van betrokkene om [XX] als opvolgend bewindvoerder aan te stellen is afgewezen, omdat de kantonrechter twijfels heeft over de onafhankelijkheid van [XX] in de prille relatie met betrokkene. De kantonrechter heeft de beschikking tot opheffing van het bewind uitgesproken en het verzoek om benoeming van [XX] als bewindvoerder afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 9461040 \ BM VERZ 21-2130 sc
Uitspraakdatum: 26 januari 2022
Beschikking van de kantonrechter
op verzoek van:
[betrokkene] ,
geboren te [plaatsnaam] op [datum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene,
en op verzoek van:
[bewindvoerders] ,
gevestigd te [plaatsnaam] ,
hierna ook te noemen: bewindvoerders.

1.de procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek met bijlagen van betrokkene, ter griffie ingekomen op
  • een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder;
  • het verweer met bijlagen van de huidige bewindvoerders, ter griffie ingekomen op
  • de mail van [XX] van 27 oktober 2021;
  • het verzoek met bijlagen van de bewindvoerders, ter griffie ingekomen op
  • de mail van betrokkene en [XX] van 7 november 2021;
  • de mail van [XX] van 15 november 2021;
  • de ordner met stukken van betrokkene en [XX] , ter griffie ingekomen op
  • de mail van [XX] van 18 november 2021;
  • de mail van betrokkene van 3 december 2021;
  • de mail van [XX] van 14 december 2021;
  • de mail van [XX] van 16 december 2021;
  • de mail van de bewindvoerders van 20 december 2021;
  • de mail van [XX] van 23 december 2021.
1.2.
Op 28 december 2021 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

2.beoordeling

2.1.
Bij beschikking van 12 november 2015 is een bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van betrokkene wegens haar geestelijke of lichamelijke toestand. Nu zijn
[bewindvoerders] , bewindvoerders.
2.2.
Het verzoek van betrokkene strekt tot ontslag van de huidige bewindvoerders en tot benoeming van [XX] , geboren te [plaatsnaam] op [datum] , van wie het adres bekend is bij deze rechtbank (hierna: [XX] ) tot opvolgend bewindvoerder.
Betrokkene stelt dat er een onstabiele en onduidelijke situatie is ontstaan tussen haarzelf en de bewindvoerders en dat de communicatie niet respectvol verloopt. Betrokkene stelt ook dat zij bij iedere aanvraag voor extra geld dagen moet wachten voordat de bewindvoerders reageren of uitbetalen en dat zij vindt dat de bewindvoerders niet transparant handelen. Zij heeft geen idee wat de bewindvoerders allemaal uitvoeren in haar naam. Betrokkene stelt voorts dat haar goede vriend [XX] de bewindvoerders heeft gewezen op hun verplichtingen en op alle zaken die niet kloppen. Zo hebben de bewindvoerders een achterstand laten ontstaan van ruim € 650,00 in het betalen van de facturen van het CAK, waarop betrokkene zelf een betalingsregeling heeft getroffen. Betrokkene stelt dat zij de bewindvoerders hiermee geconfronteerd heeft maar dat zij hierop niet hebben gereageerd. Betrokkene stelt voorts dat zij eerlijkheid en professionaliteit van haar bewindvoerders verwacht en dat haar herstel negatief wordt beïnvloed door de werkwijze van de bewindvoerders: het veroorzaakt onnodig stress en onzekerheid in de al moeilijke periode waarin zij als volwassen vrouw zit.
Betrokkene stelt tot slot dat zij zes jaar hard aan zichzelf heeft gewerkt, niet meer verslaafd is aan alcohol, dat [XX] vanaf 12 augustus 2021 de 24-uurszorg voor haar op zich heeft genomen, dat zij en [XX] het niet eens zijn met de GGZ-indicatiestelling die volgens de bewindvoerders nog op betrokkene van toepassing zou zijn, dat zij is gestopt met het innemen van haar medicijnen en dat zij, met begeleiding op mentaal en financieel vlak door [XX] , bezig is om haar leven in de maatschappij vorm te geven. Betrokkene stelt dat zij zich nu veel beter voelt en dat zij het zorgplan dat zij samen met [XX] opgesteld heeft goed aanhoudt. Zij vertrouwt haar bewindvoerders niet meer en wil dat deze per direct worden ontslagen. Zij wil dat [XX] het bewind officieel overneemt voor de duur van maximaal achttien maanden totdat zij weer alles geheel zelfstandig kan.
2.3.
De bewindvoerders hebben bij brief van oktober 2021 aangegeven niet achter het verzoek te staan. Zij voeren aan dat betrokkene recentelijk nog in een begeleid wonen vorm woonde waarbij zij ambulante begeleiding en therapie kreeg en dat zij een verplicht begeleidend contact heeft bij de Reclassering wegens winkeldiefstallen die zij begin 2021 heeft gepleegd. De winkeldiefstallen kwamen voort uit een terugval, aldus de bewindvoerders. De bewindvoerders voeren ook aan dat betrokkene zonder overleg is gestopt met de zorg en begeleiding terwijl zorg nog steeds is geïndiceerd en dat betrokkene nu een kamer huurt bij [XX] . De bewindvoerders voeren voorts aan dat, totdat [XX] in beeld kwam, betrokkene nooit klachten had of onvrede heeft geuit over de samenwerking. Verder voeren de bewindvoerders aan dat zij laatst een bericht hadden ontvangen van het UWV dat betrokkene had verzocht haar bankrekening aan te passen naar een voor de bewindvoerders onbekende bankrekening. Zij zijn ook niet op de hoogte van een openstaand bedrag bij het CAK. De bewindvoerders hebben betrokkene gevraagd deze brieven door te sturen, maar de bewindvoerders hebben deze niet ontvangen, aldus de bewindvoerders. De bewindvoerders voeren voorts aan dat zij, gezien het gedrag en de tegenwerking van betrokkene, van mening zijn dat het bewind voor hen niet meer uitvoerbaar is. Zij gaan akkoord met overname door een andere professionele bewindvoerder maar gaan niet akkoord met benoeming van [XX] tot opvolgend bewindvoerder, gezien de afhankelijkheidspositie waarin betrokkene terecht zou komen wanneer [XX] haar huurbaas, zorgbegeleider en bewindvoerder zou zijn.
2.4.
Vervolgens hebben de bewindvoerders op 8 november 2021 een verzoek ingediend waarin zij vragen om hen per direct te ontslaan als bewindvoerders omdat er met betrokkene geen communicatie meer mogelijk is. De bewindvoerders stellen dat zij betrokkene hebben moeten blokkeren op whatsapp en dat de communicatie vanuit [XX] met name bestaat uit zeer veel en zeer lange mails met allerlei verwijten waarin de bewindvoerders zich totaal niet kunnen vinden en waarop [XX] direct een reactie verwacht. De bewindvoerders stellen dat betrokkene en [XX] zich grensoverschrijdend naar hen uiten met verwijten, beledigingen en beschuldigingen en daarbij in de persoonlijke sfeer treden. De bewindvoerders stellen bovendien dat, doordat betrokkene en [XX] buiten hen om handelen (een nieuwe bankrekening openen, post niet doorsturen, informatie niet doorgeven, zelfstandig betalingsregelingen treffen), zij hun taak als bewindvoerders niet goed meer kunnen uitvoeren en zij niet langer als bewindvoerders kunnen optreden voor betrokkene. De bewindvoerders hopen dat aan betrokkene een andere professionele bewindvoerder toegewezen kan worden omdat bewind voor betrokkene nog steeds geïndiceerd is.
2.5.
Bij mail van 20 december 2021 hebben de bewindvoerders de kantonrechter laten weten dat zij terugkomen op hun eerder ingenomen en hierboven omschreven standpunten. De bewindvoerders delen mee dat betrokkene hen niet op de hoogte heeft gesteld van haar (voorgenomen) huwelijk of het afsluiten van een samenlevingscontract met [XX] . Instanties waaronder het UWV en het CAK hebben aan de bewindvoerders naar de relatiestatus van betrokkene en [XX] gevraagd. Vanaf het moment dat sprake is van een partnerrelatie zullen terugvorderingen aan de orde komen omdat voorzieningen zijn aangevraagd waar betrokkene nu geen recht meer op heeft. Eerder had betrokkene een huurcontract overgelegd en aangegeven dat er nadrukkelijk geen sprake was van een relatie, aldus de bewindvoerders. De bewindvoerders delen mee dat betrokkene en [XX] weigeren hen informatie te verstrekken over (de vorm van) hun relatie en wanneer er wijziging in de vorm van de relatie is ontstaan. Gezien deze gewijzigde situatie verzoeken de bewindvoerders het bewind per direct op te heffen.
2.6.
Ingevolge artikel 1:449 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kantonrechter, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting van het bewind niet zinvol is gebleken, het bewind opheffen.
2.7.
De kantonrechter is, gelet op de inhoud van de stukken en de ter zitting afgelegde verklaringen, van oordeel dat het bewind dient te worden opgeheven. Hiertoe is redengevend dat betrokkene, daarbij bijgestaan door [XX] , de bewindvoerders tegenwerkt en er daardoor geen zinvolle uitvoering meer aan kan worden gegeven aan het bewind.
2.8.
De kantonrechter heeft er grote twijfels bij of betrokkene zelfstandig in staat is haar financiële belangen te behartigen. De kantonrechter wijst niettemin het verzoek van betrokkene om [XX] als bewindvoerder aan te stellen voor een periode van 18 maanden af. Gedurende deze procedure is de status van [XX] gewijzigd van schriftelijk gevolmachtigde en huurbaas van betrokkene, in de partner, verloofde en toekomstig echtgenoot van betrokkene. De kantonrechter acht het zeer onwenselijk als [XX] , in deze prille en ongelijkwaardige partnerrelatie, waarin hij zich niet alleen als partner maar ook als begeleider van betrokkene presenteert, belast wordt met een bewindvoerderschap en daarmee formeel de zeggenschap krijgt over alle financiën van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter het bewind opheffen en het verzoek om [XX] als bewindvoerder aan te stellen afwijzen.
3. beslissing
De kantonrechter:
3.1.
heft op, met ingang van twee weken na heden, het bij beschikking van
12 november 2015 ingestelde bewind over de goederen toebehorende aan de hiervoor genoemde [betrokkene] ;
3.2.
wijst af het verzoek om [XX] als bewindvoerder aan te stellen;
3.3.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
stelt vast dat de beloning die de bewindvoerder eenmalig voor de werkzaamheden
betreffende het opmaken van de eindrekening en verantwoording in rekening mag brengen (thans) € 220,00 (exclusief btw) bedraagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter