6.3Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee maal een diefstal met geweld en een poging tot diefstal met geweld. De feiten zijn binnen een zeer kort tijdsbestek en op dezelfde handelswijze gepleegd. De verdachte heeft bij het slachtoffer [slachtoffer 2] een airpod uit zijn oor getrokken door middel van een nekklem. In zijn poging om de andere airpod te bemachtigen, heeft de verdachte [slachtoffer 2] geslagen in zijn gezicht. Uit het dossier volgt dat het slachtoffer hierdoor letsel heeft opgelopen. Vijf dagen later heeft de verdachte in een trein de airpods van het slachtoffer [slachtoffer 1] uit zijn oren gepakt. Het slachtoffer heeft verklaard dat hij erg geschrokken is door het voorval en hierdoor angst heeft opgelopen. De verdachte heeft met het plegen van deze delicten inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en geen enkel respect getoond voor het eigendomsrecht van deze slachtoffers. Slachtoffers van dergelijke delicten kunnen hier nog lang last van ondervinden.
Persoon van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie van 17 december 2021, waaruit blijkt dat de verdachte reeds eerder terzake van een vermogensdelict onherroepelijk is veroordeeld en in zijn proeftijd liep. De rechtbank weegt deze omstandigheid ten nadele van de verdachte mee bij de straftoemeting.
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 20 januari 2022 van [reclasseringswerkster] , als reclasseringswerkster verbonden aan Reclassering Nederland Advies & Toezichtunit 5 NoordWest.
Toepassing van het adolescentenstrafrecht
De verdachte was ten tijde van het plegen van de feiten achttien jaar en dus meerderjarig. Uitgangspunt is dat op een jongvolwassene, die ten tijde van het strafbare feit meerderjarig is, het volwassenstrafrecht wordt toegepast. De rechtbank kan echter op grond van artikel 77c Sr, het sanctierecht voor jeugdigen toepassen bij een verdachte die ouder is dan 18 jaar en niet ouder is dan 23 jaar, indien zij daartoe grond vindt in de persoon van de verdachte of de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd.
De reclassering heeft in haar rapport van 20 januari 2022 geadviseerd het adolescentenstrafrecht toe te passen. De behandelaar van Inforsa, de coach van IFA en de jeugdreclassering die sinds 2020 contact met de verdachte hebben, zijn van mening dat een pedagogische aanpak geïndiceerd is. De verdachte heeft ondersteuning in de vorm van intensieve coaching en behandelgesprekken nodig om zijn leven te organiseren en zijn gedrag te begrenzen, zo stellen zij. Het vervolgen van zijn opleiding wordt van belang geacht. Tevens is er sprake van een sterke band tussen de verdachte en zijn moeder, die de verdachte omschrijft als “een beïnvloedbaar kind”. Verdachtes moeder heeft ook contact met de behandelaar en de coach van IFA. Zij wordt ondersteund in het steviger begrenzen van ongewenst gedrag van de verdachte.
Op basis van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat pedagogische beïnvloeding van de verdachte nog mogelijk is en dat hij daarbij gebaat zal zijn. Toepassing van het adolescentenstrafrecht is van belang voor een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte en in het belang van de maatschappij, om de verdachte er in de toekomst van te weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan het plegen van strafbare feiten. De rechtbank zal dan ook toepassing geven aan het adolescentenstrafrecht.
Conclusie: jeugddetentie
Alles afwegende acht de rechtbank een jeugddetentie voor de duur van 60 dagen, met aftrek van voorarrest, passend en geboden.