ECLI:NL:RBNHO:2022:12636
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verstekvonnis inzake ontbinding van overeenkomst voor toiletrenovatie
In deze zaak heeft de eisende partij, vertegenwoordigd door mr. A. Blijham van ARAG, een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die niet is verschenen. De vordering betreft de ontbinding van een overeenkomst die op of omstreeks 21 april 2021 is gesloten voor een toiletrenovatie. De eisende partij heeft de dagvaarding op 19 juli 2022 ingediend en een uittreksel daarvan op 26 juli 2022 gepubliceerd in de Staatscourant. Aangezien de gedaagde partij niet is verschenen, is er verstek verleend.
De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld en deze niet ongegrond of onrechtmatig bevonden. De rechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 3.419,50 aan de eisende partij, vermeerderd met wettelijke rente over specifieke bedragen vanaf respectievelijk 3 februari 2022 en 17 februari 2022. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 205,45 voor de dagvaarding, € 244,00 voor griffierecht en € 218,00 voor het salaris van de gemachtigde. Tevens is er een nasalaris van € 124,00 toegewezen, voor zover daadwerkelijk nakosten door de eisende partij worden gemaakt.
De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit verstekvonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 november 2022 door mr. P.J. Jansen, kantonrechter.