ECLI:NL:RBNHO:2022:12608
Rechtbank Noord-Holland
- Tussenbeschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor
In deze zaak heeft verzoeker op 10 augustus 2022 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Rotterdam voor het houden van een voorlopig getuigenverhoor. De kantonrechter te Rotterdam heeft zich op 18 augustus 2022 relatief onbevoegd verklaard en de zaak verwezen naar de kantonrechter te Zaanstad. De griffier heeft op 3 oktober 2022 een kopie van het verzoek en de beschikking aan verweerster gestuurd, die tot 18 oktober 2022 de gelegenheid had om bezwaren te uiten. Verweerster heeft op 17 oktober 2022 per e-mail laten weten geen bezwaar te hebben tegen het verzoek van verzoeker.
Beide partijen hebben hun verhinderdata doorgegeven voor de maanden november en december 2022. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar de beschikking van de kantonrechter te Rotterdam en vastgesteld dat, volgens artikel 187 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, een mondelinge behandeling niet noodzakelijk is omdat verweerster geen bezwaar heeft gemaakt. Het verzoek is gegrond en wordt toegewezen.
De kantonrechter heeft vervolgens beslist dat verweerster als getuige zal worden gehoord over de feiten zoals omschreven in het verzoekschrift op 22 december 2022 om 13.30 uur in het gerechtsgebouw aan de Rembrandtstraat 23 te Zaandam, gemeente Zaanstad. Deze beschikking is gegeven door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.