ECLI:NL:RBNHO:2022:12590

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
6 juni 2023
Zaaknummer
9836800
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot aanpassing eindafrekening en betaling door energieleverancier na bindend advies

In deze civiele zaak heeft eiser, een consument, een energiecontract afgesloten met Vattenfall Sales Nederland N.V. Na beëindiging van het contract ontving zij een eindafrekening van € 1.420,66, die betrekking had op niet eerder in rekening gebrachte energiekosten. Eiser betwistte de eindafrekening en vorderde aanpassing naar nul, stellende dat Vattenfall Klantenservice haar zorgplicht had geschonden. De Geschillencommissie Energie had eerder een bindend advies gegeven waarin eiser in het ongelijk was gesteld. Vattenfall Klantenservice voerde aan dat het bindend advies aan de toewijzing van de vordering van eiser in de weg stond. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van eiser niet kon worden toegewezen, omdat zij gebonden was aan het bindend advies. De vordering van Vattenfall Klantenservice tot betaling van de eindafrekening werd toegewezen. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 9836800 \ CV EXPL 22-2430
Vonnis van 30 november 2022
in de zaak van
[eiser],
te [plaats],
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. H. Temel,
tegen
VATTENFALL KLANTENSERVICE N.V.,
te Arnhem,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Vattenfall Klantenservice,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

[eiser] heeft een energiecontract met Vattenfall Sales Nederland N.V. afgesloten. Na beëindiging van dat contract, krijgt zij een eindafrekening van Vattenfall Sales Nederland N.V., waarin staat dat ze € 1.420,66 moet betalen. Dat bedrag heeft betrekking op energiekosten die niet eerder in rekening zijn gebracht, omdat de meterstanden bij de vorige jaarafrekening geschat zijn. [eiser] had geen meterstanden doorgegeven. [eiser] vindt dat zij die eindafrekening niet hoeft te betalen, omdat Vattenfall Klantenservice haar zorgplicht geschonden heeft. Zij vordert dat de eindafrekening wordt aangepast naar nul.
De Geschillencommissie Energie heeft op verzoek van partijen eerder een bindend advies gegeven over betaling van de eindafrekening, waarin [eiser] in het ongelijk is gesteld.
Vattenfall Klantenservice voert onder meer aan dat het bindend advies dat de Geschillencommissie Energie gegeven heeft aan toewijzing van de vordering van [eiser] in de weg staat. Vattenfall Klantenservice vordert daarnaast betaling van de eindafrekening.
De kantonrechter volgt het verweer van Vattenfall Klantenservice dat de gebondenheid aan het bindend advies aan toewijzing van de vordering van [eiser] in de weg staat. De vordering van [eiser] strekt namelijk niet tot vernietiging van het bindend advies. De vordering van [eiser] wordt daarom afgewezen en de vordering van Vattenfall Klantenservice tot betaling van de eindafrekening wordt toegewezen.

3.De feiten

3.1.
[eiser] heeft een energiecontract (hierna: ‘het energiecontract’) afgesloten met Vattenfall Sales Nederland N.V. (hierna: ‘Vattenfall Sales’) voor de levering van gas en elektriciteit met een ingangsdatum van 4 oktober 2019. Op basis van een door [eiser] opgegeven verwacht jaargebruik wordt een maandelijks voorschot overeengekomen van
€ 124,00. In reactie op een verzoek van Vattenfall Klantenservice stuurt [eiser] op 15 oktober 2019 de beginstanden van elektriciteit en gas.
3.2.
Op 6 september 2020 stuurt Vattenfall Klantenservice [eiser] per e-mail een verzoek om de meterstanden door te geven voor de eerste jaarafrekening. Omdat geen reactie ontvangen wordt, stuurt Vattenfall Klantenservice [eiser] op 14 september per sms een herinnering. Verzocht wordt de meterstanden online of op het in het sms-bericht genoemde telefoonnummer door te geven.
3.3.
Op 13 oktober 2020 stuurt Vattenfall Sales [eiser] de jaarafrekening over de periode van 4 oktober 2019 – 4 oktober 2020. In die jaarrekening staat dat [eiser] € 874,28 ontvangt en dat het nieuwe termijnbedrag € 64,00 bedraagt. Ook staat in die jaarafrekening dat de metingen geschat zijn, omdat de meterstanden niet ontvangen zijn. Daarbij is vermeld:
‘Liggen uw echte standen veel hoger of veel lager? Vertel het ons via vattenfall.nl/correctie-energienota. Zo voorkomt u onnodig bijbetalen volgende jaar. ‘
3.4.
Op 30 oktober 2020 worden bij [eiser] zogenoemde ‘slimme’ meters voor elektriciteit en gas geplaatst en worden de oude meters verwijderd en uitgelezen.
Op 30 november 2020 belt [eiser] met Vattenfall Klantenservice en vraagt zij het termijnbedrag te verhogen naar € 124,00.
3.5
Op 3 mei 2021 beëindigt [eiser] het energiecontract, omdat haar (huur)woning wordt gesloopt. Op 18 mei 2021 stuurt Vattenfall Sales [eiser] de eindafrekening over de periode van 5 oktober 2020 – 3 mei 2021. Daarin staat dat [eiser] € 1.420,66 moet bijbetalen en dat dat bedrag van haar rekening wordt afgeschreven rond 1 juni 2021.
3.7.
In de periode van 10 mei 2021 tot en met 20 september 2021 hebben [eiser] en Vattenfall Klantenservice meermalen telefonisch en schriftelijk contact over de eindafrekening. In die periode is aan [eiser] uitstel van betaling verleend tot 31 juli 2021.
3.7.
In december 2021 spreken [eiser] en Vattenfall Sales af het geschil over de eindafrekening voor te leggen aan de Geschillencommissie Energie (hierna: ‘de geschillencommissie’. De geschillencommissie geeft op 16 maart 2022 een bindend advies, waarin zij de klacht van [eiser] als ongegrond beoordeelt.
In het bindend advies staat onder meer:
‘Vattenfall Sales heeft in voldoende mate aannemelijk gemaakt dat [eiser] aan het einde van de eerste periode geen meterstanden heeft aangeleverd en dat zij zich daarom genoodzaakt zag om het gasverbruik te schatten. Uit de daarna verwijderde meter bleek van een veel hoger verbruik dan op de eerste jaarnota in rekening was gebracht, waardoor het Vattenfall Sales vrij stond het niet eerder in rekening gebrachte verbruik alsnog in rekening te brengen. Van omstandigheden die eraan in de weg staan dat het niet betaalde verbruik alsnog in rekening gebracht mag worden is de commissie niet gebleken. Van een aan Vattenfall Sales te maken verwijt wegens te lage schatting is geen sprake’.
3.8.
[eiser] heeft de eindafrekening niet betaald.
3.9.
Vattenfall Sales heeft Vattenfall Klantenservice gemachtigd om in naam van Vattenfall Sales met het recht van substitutie op te treden en haar te verbinden in (incasso)procedures die samenhangen met facturerings- en incassoactiviteiten ten aanzien van door Vattenfall Sales geleverde diensten en/of producten.

4.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiser] vordert, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Vattenfall Klantenservice tot:
- aanpassing van de eindafrekening naar nihil binnen een week na betekening van het vonnis, bij gebreke waarvan ten gunste van [eiser] een dwangsom verschuldigd zal zijn van € 25,-voor iedere dat door Vattenfall Klantenservice hieraan niet is voldaan;
- betaling van de proceskosten, te vermeerderen met (€ 131,- dan wel € 199,- aan) nakosten en wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van het te wijzen vonnis.
3.2.
Vattenfall Klantenservice voert verweer. Zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser], dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser], met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
Vattenfall Klantenservice vordert - samengevat - veroordeling van [eiser] tot betaling van € 1.420,66, aan Vattenfall Sales, vermeerderd met rente en kosten.
3.5.
[eiser] voert verweer. [eiser] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Vattenfall Klantenservice, met veroordeling van Vattenfall Klantenservice in de kosten van deze procedure.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is in geschil of [eiser] het in de eindafrekening van 18 mei 2021 opgenomen (bij te betalen) bedrag van € 1.420,66 moet betalen. Volgens [eiser] mag Vattenfall Klantenservice dat bedrag niet bij haar in rekening brengen, omdat Vattenfall Klantenservice in strijd met de redelijkheid en billijkheid en haar zorgplicht heeft gehandeld. [eiser] is niet in staat gesteld de meterstanden telefonisch door te geven, het verbruik op de jaarafrekening had niet geschat mogen worden en het op de eindafrekening in rekening gebrachte werkelijke verbruik kan niet kloppen. De eindafrekening moet daarom worden aangepast naar nihil (de vordering in reconventie).
Volgens Vattenfall Klantenservice heeft [eiser] de verkeerde partij gedagvaard en staat het bindend advies van de geschillencommissie in de weg aan toewijzing van de vordering. Daarnaast betwist Vattenfall Klantenservice dat zij haar zorgplicht geschonden heeft en dat de eindafrekening onjuist is. Volgens Vattenfall Klantenservice moet [eiser] het bedrag van
€ 1.420,66 betalen (de vordering in reconventie).
4.2.
De kantonrechter zal hierna beoordelen of Vattenfall Klantenservice veroordeeld kan worden tot aanpassing van de eindafrekening en of [eiser] veroordeeld kan worden tot betaling van het in de eindafrekening opgenomen bedrag van € 1.420,66.
in conventie
Verkeerde partij gedagvaard?
4.3
Volgens Vattenfall Klantenservice heeft [eiser] de verkeerde partij gedagvaard.
[eiser] heeft het energiecontract gesloten met Vattenfall Sales. De vordering ziet op aanpassing van de eindafrekening van het energiecontract en daaraan legt [eiser] het handelen van de energieleverancier ten grondslag. Vattenfall Klantenservice verleent op grond van een dienstverleningsovereenkomst werkzaamheden ten behoeve van Vattenfall Sales, waaronder klantcontacten en debiteurenadministratie. [eiser] had dus Vattenfall Sales moeten dagvaarden en niet Vattenfall Klantenservice, waarmee zij geen contractuele relatie heeft. [eiser] moet daarom volgens Vattenfalll Klantenservice niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vorderingen.
4.4.
Uit praktische overwegingen verklaart Vattenfall Klantenservice zich, als gevolmachtigde namens Vattenfall Sales, akkoord met de voortzetting van de procedure en verklaart Vattenfall Sales zich te conformeren aan het door de kantonrechter te wijzen vonnis.
4.4.
[eiser] betwist dat zij de verkeerde partij heeft gedagvaard. Volgens haar is sprake van met elkaar te vereenzelvigen rechtspersonen. Vattenfall Klantenservice heeft meerdere keren contact gehad met [eiser] over de eindafrekening en zij treedt op namens Vattenfall Sales en andersom ook. Er is dus sprake van verwevenheid.
4.5.
De kantonrechter zal beantwoording van de vraag of [eiser] de verkeerde partij gedagvaard heeft in het midden laten. Reden daarvoor is het verzoek van Vattenfall Klantenservice de procedure voor te zetten, alsmede dat wat hierna wordt overwogen.
Bindend advies in de weg aan toewijzing vordering?
4.6.
Vattenfall Klantenservice voert aan dat het bindend advies in de weg staat aan toewijzing van de vordering van [eiser]. Zij stelt dat het bindend advies van de geschillencommissie een vaststellingsovereenkomst is in de zin van artikel 7:900 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en dat dat volgens artikel 7:904 lid 1 BW vernietigbaar is als de rechter oordeelt dat gebondenheid aan dat advies in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Uit de dagvaarding blijkt niet dat [eiser] het bindend advies op grond van artikel 7:904 lid 1 BW ter (marginale) toetsing aan de kantonrechter voorlegt. Gesteld wordt alleen dat [eiser] het niet eens is met het bindend advies en dat Vattenfall Klantenservice in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld. Op geen enkele wijze wordt in de dagvaarding verwezen naar onderdelen van het bindend advies van de geschillencommissie, als zijnde naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. [eiser] gaat daarmee volgens Vattenfall Klantenservice voorbij aan het rechtsgevolg van het bindend advies.
4.7.
[eiser] heeft het verweer van Vattenfall Klantenservice onbesproken gelaten.
4.8.
De kantonrechter stelt vast dat [eiser] vordert dat Vattenfall Klantenservice de eindafrekening aanpast. Niet gevorderd wordt vernietiging van het bindend advies van de geschillencommissie. Uit (het lichaam van) de dagvaarding blijkt ook niet dat [eiser] een toetsing van het bindend advies als bedoeld in artikel 7:904 lid 1 BW (en artikel 31 lid 1 van het Reglement Geschillencommissie Energie) voor ogen heeft. [eiser] wenst het gehele geschil tussen haar en Vattenfall Sales dan wel Klantenservice opnieuw beoordeeld te zien.
Vattenfall Klantenservice voert terecht aan dat de wettelijke regeling ten aanzien van bindende adviezen, zoals dat van de geschillencommissie, daaraan in de weg staat.
Omdat geen vernietiging van het bindend advies gevorderd wordt, blijft dat advies in stand. Partijen hebben zich en zijn daaraan dus gebonden. In het bindend advies wordt geconcludeerd dat [eiser] de eindafrekening moet betalen. Dat betekent dat de vorderingen in conventie van [eiser] daarom al niet kunnen worden toegewezen.
De overige standpunten over de vorderingen van [eiser] hoeven daarom niet beoordeeld te worden.
Conclusie vordering in conventie en kosten
4.9.
De kantonrechter wijst de vorderingen in reconventie dus af. [eiser] is daarmee de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Vattenfall Klantenservice als volgt vastgesteld:
- salaris gemachtigde
374,00
(2 punten × € 187,00)
Totaal
374,00
in reconventie
4.10.
In reconventie vordert Vallenfall Klantenservice betaling van de eindafrekening aan Vattenfall Sales. [eiser] heeft zich op het standpunt gesteld dat de deze vordering moet worden afgewezen. De kantonrechter begrijpt dat [eiser] daaraan ten grondslag legt dat de vordering in conventie moet worden toegewezen.
4.11.
[eiser] heeft de eindafrekening niet betaald. Hiervoor heeft de kantonrechter al geoordeeld dat de vordering in conventie niet kan worden toegewezen, omdat (ook) [eiser] gebonden is aan het bindend advies van de geschillencommissie. Het betoog van [eiser] kan dus niet gevolgd worden.
4.12.
Niet betwist is verder dat Vattenfall Klantenservice als procespartij, als gevolmachtigde van Vattenfall Sales, betaling van de eindafrekening aan Vattenfall Sales kan vorderen.
Conclusie vordering in reconventie en kosten
4.12.
Uit het voorgaande volgt dat [eiser] € 1.420,66 aan Vattenfall Klantenservice (als gevolmachtigde van Vattenfall Sales) moet betalen. Voor zover eiseres heeft betoogd dat geen incassokosten in rekening mogen worden gebracht, treft dat geen doel omdat Vattenfall Klantenservice geen incassokosten vordert en al in brief van 7 sept 2020 aan eiseres is medegedeeld dat Vattenfall Sales de incassokosten laat vallen. En voor zover eiseres bezwaar heeft gemaakt tegen de gevorderde wettelijke rente, wordt dat bezwaar ook niet gevolgd. Het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 oktober 2019
(ECLI:NL:GHARL:2019:8273), waarnaar eiseres in dit verband verwijst, betreft een andere situatie en bovendien vordert Vattenfall Klantenservice de wettelijke rente met ingang van de datum van de vordering in reconventie en niet de vervaldatum van de factuur.
Het bedrag van € 1.420,66 wordt daarom vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek over dit bedrag, met ingang van 1 juni 2022 tot de dag van volledige betaling. De gevorderde betalingstermijn van 14 dagen na betekening van dit vonnis is niet betwist, zodat de kantonrechter deze termijn zal toewijzen.
4.13.
[eiser] is de partij die ongelijk krijgt en de proceskosten komen daarom voor haar rekening. Gelet op de grote samenhang tussen haar vordering en de tegenvordering (reconventie) zullen de proceskosten in reconventie op nihil worden gesteld.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Vattenfall Klantenservice tot dit vonnis vastgesteld op € 374,00,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
veroordeelt [eiser] om aan Vattenfall Sales tegen behoorlijke kwijting binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis te betalen een bedrag van € 1.420,66, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 1 juni 2022, tot de dag van volledige betaling,
5.5.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Vattenfall Klantenservice tot dit vonnis vastgesteld op nihil.
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.B. de Vries - van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2022 door mr. E. Kanninga-Jonker. [1]

Voetnoten

1.type: 1155