Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen omdat de kentekenplaat van de fietsendrager niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 22 november 2022 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie aangegeven dat de verkeerde feitcode was gebruikt en verzocht om wijziging van deze feitcode. De gemachtigde van de betrokkene, mr. A. Khadri, stelde dat de omschrijving van de feitcode onduidelijk was en dat de beschikking vernietigd diende te worden. De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisant in overweging genomen, die had verklaard dat de kentekenplaat niet voldeed aan de wettelijke eisen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was vastgesteld. De feitcode is gewijzigd naar P070F, en het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard. De beslissing van de officier van justitie is vernietigd voor wat betreft de omschrijving van de gedraging en de feitcode, maar de boete zelf is gehandhaafd. De kantonrechter heeft tevens de proceskostenvergoeding toegewezen aan de betrokkene, omdat deze gedeeltelijk in het gelijk is gesteld. De totale proceskostenvergoeding bedraagt € 1.164,75, die door de Staat der Nederlanden moet worden vergoed.