ECLI:NL:RBNHO:2022:12564

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
19 april 2023
Zaaknummer
10053214 \ WM VERZ 22-973
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsoverschrijding op autosnelweg

In deze zaak gaat het om een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens een snelheidsoverschrijding op een autosnelweg buiten de bebouwde kom. De betrokkene heeft een boete gekregen voor het rijden van 24 km per uur harder dan toegestaan. De zaak is behandeld door de kantonrechter op 22 november 2022, waarbij de gemachtigde van de betrokkene, mr. A. Khadri, aanwezig was, evenals de vertegenwoordiger van de officier van justitie. De officier van justitie handhaafde de beslissing om de boete op te leggen, waarop de kantonrechter de zaak in behandeling nam.

De betrokkene betwist de boete en stelt dat er meerdere voertuigen in het meetgebied waren en dat de foto onduidelijkheid schept over de rijstrook. De kantonrechter heeft de foto bekeken en vastgesteld dat alleen het voertuig van de betrokkene binnen de lijnen van het meetgebied van de mobiele radar viel. Er was geen bewijs van een ander voertuig in de nabijheid. De kantonrechter concludeert dat de meting correct is uitgevoerd en dat de snelheid van 128 km per uur, gecorrigeerd volgens de geldende normen, juist is. De kantonrechter oordeelt dat de boete terecht is opgelegd en dat er geen reden is om deze te matigen.

De uitspraak van de kantonrechter is dat het beroep ongegrond wordt verklaard en dat het verzoek om vergoeding van proceskosten wordt afgewezen. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10053214 \ WM VERZ 22-973
CJIB-nummer : 247034883
Uitspraakdatum : 2 december 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : mr. A. Khadri, Verkeersboete.nl te Zoetermeer.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 22 november 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 24 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A 1).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Gemachtigde van betrokkene stelt dat uit de foto van de gedraging blijkt dat er zich meerdere voertuigen in het meetgebied bevinden en dat uit de informatiebalk op de foto verwijst naar ‘lane 5’ terwijl betrokkene overduidelijk op rijstrook 4 rijdt. Dit roept een hoop vraagtekens op. Bij het ontbreken van een aanvullende verklaring van de verbalisant dient betrokkene het voordeel van de twijfel te krijgen, aldus gemachtigde.
De kantonrechter overweegt dat op de foto van de gedraging duidelijk te zien is dat enkel het voertuig van betrokkene zich bevindt binnen de aangegeven lijnen van het meetgebied van de mobiele radar. Op de foto is niet te zien dat er zich een tweede voertuig dichtbij of gelijkwaardig aan het voertuig van betrokkene bevind, zodat hiermee naar het oordeel van de kantonrechter vast staat dat er zich geen ander voertuig in het meetgebied van de radar bevindt. Dit verweer treft dan ook geen doel.
De kantonrechter overweegt dat uit de gegevens op de foto blijkt dat het voertuig op ‘lane 5’ is gemeten. Vanaf de positie van de mobiele radar bevindt betrokkene zich, inclusief de spitsstrook, inderdaad op rijbaan 5. Ook dit verweer treft geen doel.
Uit de overgelegde stukken volgt dat de snelheid is gecontroleerd met een voor de meting geteste en op de voorgeschreven wijze gebruikte radarsnelheidsmeter met daaraan gekoppelde fotoapparatuur. De daarmee geconstateerde snelheid bedroeg 128 kilometer per uur. Deze waarde is naar beneden gecorrigeerd, conform de landelijk vastgestelde correctiewaarde in verband met de maximaal toegelaten fouten in de meetapparatuur zoals bedoeld in de Regeling meetmiddelen politie. Er is geen reden om aan de juistheid daarvan te twijfelen. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: