ECLI:NL:RBNHO:2022:12563

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
19 april 2023
Zaaknummer
10053203 \ WM VERZ 22-971
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding met betwisting van meetgegevens

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens een snelheidsovertreding. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. A. Khadri van Verkeersboete.nl, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie die het beroep ongegrond verklaarde. De zaak werd behandeld op de zitting van 22 november 2022, waar zowel de gemachtigde van de betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren.

De betrokkene betwistte de opgelegde boete door te stellen dat er meerdere voertuigen in het meetgebied waren en dat de foto niet voldoende bewijs bood voor de snelheidsovertreding. De gemachtigde voerde aan dat de foto niet duidelijk maakte dat er geen ander voertuig in de buurt was en dat de meting mogelijk onjuist was. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde echter de beslissing en stelde dat de meting correct was uitgevoerd met een goedgekeurde radarsnelheidsmeter.

De kantonrechter oordeelde dat de foto duidelijk het voertuig van de betrokkene toonde en dat er geen bewijs was voor de aanwezigheid van een tweede voertuig. De snelheid was gemeten op 60 kilometer per uur, wat correct was volgens de geldende meetnormen. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskosten af, omdat er geen aanleiding was om de boete te matigen. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10053203 \ WM VERZ 22-971
CJIB-nummer : 244127013
Uitspraakdatum : 2 december 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : mr. A. Khadri, Verkeersboete.nl te Zoetermeer.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 22 november 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen.
Ter zitting stelt gemachtigde aanvullend dat er in het aanvullend proces-verbaal expliciet wordt gesproken over de A1 bebording, zodat de feitcode dient te worden gewijzigd. Gemachtigde
verwijst daartoe naar een eerdere uitspraak van deze rechtbank met kenmerk 9910389 WM VERZ 22-711.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
Aanvullend stelt de vertegenwoordiger van de officier van justitie dat de verbalisant in zijn verklaring ook spreekt over de aanwezige H1 bebording, zodat de gelijkenis met de door de gemachtigde genoemde uitspraak van deze rechtbank niet op gaat.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 7 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Gemachtigde van betrokkene stelt dat uit de foto van de gedraging blijkt dat er zich meerdere voertuigen in het meetgebied bevinden en dat de informatiebalk op de foto verwijst naar rijstrook 4, terwijl te zien is dat betrokkene op rijstrook 2 rijdt. Derhalve valt niet uit te sluiten dat het verkeerde voertuig is gemeten. Bij het ontbreken van een aanvullende verklaring van de verbalisant dient betrokkene het voordeel van de twijfel te krijgen, aldus gemachtigde.
De kantonrechter overweegt dat op de foto van de gedraging het voertuig van betrokkene duidelijk is te zien. Op de foto is niet te zien dat er zich een tweede voertuig dichtbij of gelijkwaardig aan het voertuig van betrokkene bevind, zodat naar het oordeel van de kantonrechter niet blijkt van meerdere voertuigen in het meetgebied. Gemachtigde heeft verder ook niet onderbouwd waarom er zich een tweede voertuig in het meetgebied zou bevinden. Dit verweer treft dan ook geen doel. De kantonrechter overweegt verder dat uit de gegevens op de foto blijkt dat het voertuig op “Rijstrook: 4 RD” is gemeten. Geteld vanaf de middenberm bevind het voertuig van betrokkene zich dan ook op de vierde rijstrook en niet zoals gemachtigde stelt, op rijstrook twee. Uit de overgelegde stukken volgt dat de snelheid is gecontroleerd met een voor de meting geteste en op de voorgeschreven wijze gebruikte radarsnelheidsmeter met daaraan gekoppelde fotoapparatuur. De daarmee geconstateerde snelheid bedroeg 60 kilometer per uur. Deze waarde is naar beneden gecorrigeerd, conform de landelijk vastgestelde correctiewaarde in verband met de maximaal toegelaten fouten in de meetapparatuur zoals bedoeld in de Regeling meetmiddelen politie. Er is geen reden om aan de juistheid daarvan te twijfelen.
De uitspraak met betrekking tot de feitcodewijziging, waarnaar de gemachtigde ter zitting verwijst, ziet op andere omstandigheden dan in onderhavige zaak. In dat specifieke geval bleek uit de door betrokkene opgegeven rijroute dat er geen H1 bord was gepasseerd. Dat is in onderhavige zaak niet aan de orde nu de verbalisant aangeeft dat betrokkene de H1 bebording heeft gepasseerd. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: