ECLI:NL:RBNHO:2022:12554

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
14 april 2023
Zaaknummer
10076112 \ WM VERZ 22-997
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbrekende gronden in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 2 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De sanctie betrof een boete voor het niet op eerste vordering ter inzage afgeven van het rijbewijs. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. De zitting vond plaats op 22 november 2022, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf of zijn gemachtigde niet.

De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de gemachtigde van betrokkene op meerdere momenten is gewezen op het ontbreken van de gronden van het beroepschrift en de mogelijkheid heeft gekregen om dit gebrek te herstellen. Ondanks deze waarschuwingen heeft de gemachtigde de benodigde stukken niet tijdig ingediend en is hij niet verschenen op de zitting. Hierdoor heeft de kantonrechter geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard moest worden.

De uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de toezending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De procedure voor hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10076112 \ WM VERZ 22-997
CJIB-nummer : 245077823
Uitspraakdatum : 2 december 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : mr. R.J. Pardijs, Pardijs Advocatuur te Amsterdam.

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 22 november 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens betrokkene is niemand verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: niet op eerste vordering behoorlijk het rijbewijs ter inzage afgeven.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft bij brief van d.d. 24 maart 2022 beroep ingesteld op nader aan te voeren gronden.
De gemachtigde van betrokkene is bij aangetekende brief van 10 oktober 2022 en bij brief van 2 november 2022 door de griffier opgeroepen voor de zitting van 22 november 2022. In deze brieven is de gemachtigde gewezen op de ontbrekende gronden en in de gelegenheid gesteld dit gebrek binnen vier weken te herstellen. Tevens is de gemachtigde van betrokkene er in beide brieven op gewezen dat het niet/niet tijdig verstrekken van die stukken ertoe zal leiden, dat het beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Nu gemachtigde van betrokkene de verlangde stukken niet tijdig heeft verstrekt, niet op de zitting is verschenen en ook verder niets meer van zich heeft laten horen, dient het beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: