ECLI:NL:RBNHO:2022:12551

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 november 2022
Publicatiedatum
14 april 2023
Zaaknummer
10076025 \ WM VERZ 22-992
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersovertreding met voertuig op de weg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 november 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij het voertuig van betrokkene met twee wielen op de weg stond, wat potentieel gevaar of hinder voor het verkeer kon veroorzaken. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat uit de beschikbare stukken, waaronder de verklaring van de verbalisant en een foto van de situatie, voldoende bewijs aanwezig was dat de gedraging had plaatsgevonden. De rechter benadrukte dat het niet relevant was of het voertuig hinderlijk of gevaarlijk geparkeerd stond, maar dat het van belang was of het voertuig hinder of gevaar kon veroorzaken. De kantonrechter oordeelde dat dit in dit geval wel het geval was, en verklaarde het beroep ongegrond. Betrokkene had ook aangevoerd dat anderen zich schuldig maakten aan dezelfde gedraging, maar de kantonrechter merkte op dat dit niet relevant was voor de beoordeling van de zaak.

De uitspraak van de kantonrechter houdt in dat de boete terecht is opgelegd en dat betrokkene zich voor verdere oplossingen tot de gemeente moet wenden. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10076025 \ WM VERZ 22-992
CJIB-nummer : 239732614
Uitspraakdatum : 22 november 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 22 november 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voertuig zodanig op de weg laten staan dat gevaar wordt/kan worden veroorzaakt of verkeer wordt/kan worden gehinderd
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant en de overgelegde foto van de gedraging – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Het voertuig van betrokkene staat duidelijk met twee wielen op het wegdek. Voor de beoordeling of de gedraging is verricht, is niet relevant of het voertuig hinderlijk of gevaarlijk stond geparkeerd, maar is van belang of het voertuig hinder of gevaar zou kunnen veroorzaken. Daar was hier naar het oordeel van de kantonrechter sprake van. De boete is dus terecht opgelegd.
Betrokkene heeft aangegeven dat meerdere personen zich schuldig maakten aan dezelfde gedraging als die betrokkene wordt verweten. Iedere weggebruiker die zich niet aan de verkeersregels houdt loopt het risico om bekeurd te worden. Het is daarom niet relevant of meerdere personen al dan niet zijn bekeurd voor dezelfde gedraging.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Met betrekking tot de door betrokkene aangewende oplossing dient betrokkene zich te wenden tot de gemeente

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: