ECLI:NL:RBNHO:2022:12449

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 november 2022
Publicatiedatum
2 maart 2023
Zaaknummer
10119484 WM VERZ 22-2015
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep bij de officier van justitie wegens te late indiening

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 november 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen en heeft hiertegen beroep ingesteld. Echter, het beroep bij de officier van justitie was te laat ingediend, waardoor de officier van justitie het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard. De kantonrechter heeft de zaak behandeld, maar betrokkene was niet aanwezig om een verklaring te geven voor de te late indiening van het beroepschrift.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroepschrift, gedateerd op 25 maart 2022, na de wettelijke termijn van zes weken was ingediend. De officier van justitie had het beroepschrift uiterlijk op 19 maart 2022 moeten ontvangen. De kantonrechter heeft overwogen dat, hoewel artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht mogelijkheden biedt voor ontvankelijkheid ondanks te late indiening, er geen verklaring is gegeven voor de vertraging. Hierdoor heeft de kantonrechter geoordeeld dat de officier van justitie terecht het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard.

De uitspraak van de kantonrechter is dat het beroep ongegrond wordt verklaard. Betrokkene heeft geen argumenten kunnen aanvoeren die de te late indiening zouden rechtvaardigen, en de kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van de strikte regels omtrent de termijn voor het indienen van beroepschriften.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10119484 \ WM VERZ 22-2015
CJIB-nummer : 247174668
Uitspraakdatum : 28 november 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Namens betrokkene is daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is namens betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 28 november 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens betrokkene is niemand verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 6 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en namens betrokkene zijn in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Het beroep bij de officier van justitie is namens betrokkene te laat ingesteld. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Het beroepschrift is gedateerd op 25 maart 2022, terwijl dat beroep uiterlijk op 19 maart 2022 ontvangen had moeten zijn. De officier van justitie heeft vanwege het te laat ontvangen van het beroepschrift, dit niet-ontvankelijk verklaard.
Om over te kunnen gaan tot inhoudelijke behandeling van het beroepschrift aan de kantonrechter, moet de kantonrechter eerst bepalen of de officier van justitie het beroepschrift aan de officier van justitie terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
De regels met betrekking tot het tijdig indienen van een beroepschrift zijn heel strikt, maar artikel 6:11 Awb (Algemene Wet Bestuursrecht) geeft aan dat een beroepschrift, ondanks het feit dat dit te laat is ontvangen, toch ontvankelijk kan worden verklaard als redelijkerwijs niet gezegd kan worden dat betrokkene in verzuim is geweest.
In zowel het beroepschrift aan de officier van justitie, als in het beroepschrift aan de kantonrechter, wordt geen verklaring gegeven waarom het beroepschrift aan de officier van justitie te laat is ingediend. Ook is namens betrokkene niemand ter zitting verschenen om hier een toelichting over te geven. Hierdoor is de kantonrechter van oordeel dat de officier van justitie het beroepschrift aan de officier van justitie terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Het beroep aan de kantonrechter wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Si vous n’êtes pas d’accord avec la décision sur votre recours, vous pourrez interjeter appel â
la Cour d’appel d’Arnhem-Leeuwarden avant six semaines après l’envoi de cette décision,
mais uniquement:
a. si la sanction administrative infligée par cette décision s’élève â plus de € 70,00, ou
b. si le recours a été déclaré irrecevable parce que la garantie na pas été constituée (â
temps).
Il faut déposer la requête d’appel au A
fdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland,(
Postbus 251, 1800 BG Alkmaar), pourvu de la signature de la personne qui a interjeté l’appel ou de son mandataire. La procédure â la Cour d’appel se déroule entièrement par écrit, â moins qu’il soit
expressément demandé d’audience dans votre requête d’appel pour commenter verbalement
votre point de vue.
Datum toezending: