ECLI:NL:RBNHO:2022:12444

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 november 2022
Publicatiedatum
2 maart 2023
Zaaknummer
10119690 WM VERZ 22-2046
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens gebrek aan bevoegdheid van gemachtigde

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 november 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het negeren van een rood verkeerslicht. De betrokkene heeft beroep ingesteld via een vermeend gemachtigde, [naam 1], maar er zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de volmachtgever, [naam 2], bevoegd was om deze machtiging te verlenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen bewijs is dat [naam 2] daadwerkelijk de bevoegdheid had om [naam 1] te machtigen om namens de betrokkene op te treden. Ondanks een verzoek van de griffier om de gronden van het beroep en een schriftelijke machtiging in te dienen, is er geen reactie ontvangen van de gemachtigde. Hierdoor heeft de kantonrechter geen andere keuze dan het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste vertegenwoordiging in juridische procedures en de noodzaak om de bevoegdheid van gemachtigden te onderbouwen met bewijs.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10119690 \ WM VERZ 22-2046
CJIB-nummer : 247440830
Uitspraakdatum : 28 november 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)
vermeend gemachtigde: [naam 1]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Namens betrokkene is daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is namens betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 28 november 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens betrokkene is niemand verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
Namens betrokkene heeft [naam 1] beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie in de zaak met het hierboven genoemde CJIB-nummer. De kantonrechter heeft in het dossier een ondertekend stuk aangetroffen, waarin [naam 2] stelt enig aandeelhouder en directeur van betrokkene te zijn, en BezwaarTegenVerkeersboetes.nl, de onderneming van [naam 1] , machtigt om zijn dochter ( volgens [naam 2] was zij bestuurder van het voertuig tijdens de gedraging) te vertegenwoordigen. Bij de stukken zit echter geen bewijs – zoals bijvoorbeeld een uittreksel van de Kamer van Koophandel – dat [naam 2] bestuurder is van betrokkene, of op een andere manier gerechtigd is om machtiging te verlenen namens betrokkene.
Bij brief van 17 oktober 2022 heeft de griffier [naam 1] verzocht om de gronden van het beroep in te dienen, alsook een schriftelijke en ondertekende machtiging waaruit blijkt dat [naam 1] bevoegd is om namens betrokkene beroep in te stellen. Er ontbreekt immers een schakel nu niet vast staat dat [naam 2] bevoegd was om een machtiging te verlenen namens betrokkene. Na de brief van de griffier heeft de kantonrechter niets mogen ontvangen.
Betrokkene is in voormelde brief van 17 oktober 2022 gewezen op de mogelijke consequentie van het niet tijdig herstellen van de genoemde verzuimen, namelijk dat de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren. De kantonrechter ziet geen reden om hier niet toe over te gaan. Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de Sectie Kanton van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: