ECLI:NL:RBNHO:2022:12423

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 mei 2022
Publicatiedatum
2 maart 2023
Zaaknummer
9679204 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding binnen de bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 20 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens een snelheidsovertreding binnen de bebouwde kom. Betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 5 km/h te hard, wat in strijd is met artikel 20 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RvV). De officier van justitie had het beroep van betrokkene ongegrond verklaard, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de gemachtigde van betrokkene was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de gedraging voldoende was komen vast te staan, mede op basis van de verklaring van de verbalisant die ter plaatse was tijdens de controle met een mobiele radar. De kantonrechter oordeelde dat de enkele veronderstelling van betrokkene dat hij buiten de bebouwde kom reed, onvoldoende was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete werd derhalve terecht opgelegd en er was geen aanleiding om deze te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om vergoeding van proceskosten werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9679204 \ WM VERZ 22-122
CJIB-nummer : 241156099
Uitspraakdatum : 20 mei 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Bezwaartegenverkeersboetes.nl

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 20 mei 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. De gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren en het verzoek op vergoeding van de proceskosten af te wijzen.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 5 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Uit de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht blijkt dat de snelheidsovertreding is vastgesteld met behulp van een mobiele radar, waarbij de verbalisant dus zelf ter plaatse aanwezig was. In dit geval wordt betrokkene verweten dat met zijn voertuig is gehandeld in strijd met artikel 20, aanhef en onder a, van het Rvv dat bepaalt dat binnen de bebouwde kom (aangegeven met bord H1) de maximumsnelheid 50 km/h bedraagt.
Uit rechtspraak volgt dat in geval van een mobiele controle, zoals hier aan de orde, het uitgangspunt is dat de verbalisant die ter plaatste aanwezig is, voorafgaand aan de controle de bebording heeft gecontroleerd (zie de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 februari 2020, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, met nummer ECLI:NL: GHARL:2020:1803). De enkele veronderstelling van betrokkene dat hij buiten de bebouwde kom reed, is daartegenover onvoldoende reden om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Betrokkene had kunnen en moeten weten dat hij binnen de bebouwde kom reed. De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Nu het beroep ongegrond wordt verklaard ziet de kantonrechter geen aanleiding om proceskosten toe te kennen.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek op vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: