Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft Hellal YER Shoarma VOF verzet ingesteld tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel dat was uitgevaardigd door de officier van justitie van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 20 mei 2022, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de betrokkene niet. De kantonrechter heeft overwogen dat het CJIB, op basis van de ingediende verzet, heeft besloten het dwangbevel niet te handhaven. De gemachtigde van de betrokkene heeft verzocht om een proceskostenvergoeding. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen aansluiting gezocht bij de regeling van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering, waarbij de vraag of een betrokkene in het gelijk wordt gesteld alleen bevestigend kan worden beantwoord als het dwangbevel wordt vernietigd. In deze zaak is het dwangbevel vernietigd, waardoor het verzoek om proceskostenvergoeding is toegewezen. De kantonrechter heeft de proceskosten vastgesteld op € 189,75, te vergoeden door de officier van justitie. De uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.