Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 20 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De zaak betreft een situatie waarin aan betrokkene meerdere boetes zijn opgelegd voor dezelfde gedraging, namelijk het niet gebruiken van de rijbaan door stil te staan op het trottoir, voetpad, (brom)fietspad of ruiterpad. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boetes beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 20 mei 2022 is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen, evenals betrokkene zelf. De vertegenwoordiger heeft voorgesteld om de eerste boete in stand te laten en de overige drie boetes te matigen tot nihil. De kantonrechter heeft dit voorstel gevolgd, omdat de opeenstapeling van boetes zou leiden tot een onevenredig hoog totaalbedrag aan boetes. De kantonrechter heeft geoordeeld dat matiging van de sancties op zijn plaats is, en heeft de eerste sanctie in stand gelaten, terwijl de tweede en daaropvolgende sancties zijn gematigd tot nihil.
De uitspraak van de kantonrechter houdt in dat het beroep gedeeltelijk gegrond is verklaard, de inleidende beschikking is gewijzigd, en de boete in deze zaak is gematigd tot nihil. Tevens is bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. De procedure in hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.