Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 20 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het niet meewerken aan een speekseltest. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 13 mei 2022, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet. De kantonrechter heeft de zaak inhoudelijk behandeld en overwogen dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, het niet meewerken aan een speekseltest, een overtreding is in de zin van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Betrokkene voerde aan dat de aanhouding zonder rechtsgrond was, omdat er geen redelijk vermoeden van schuld zou zijn. De kantonrechter oordeelde echter dat de ambtenaren van politie bevoegd waren om betrokkene staande te houden ter controle van de naleving van de Wegenverkeerswet 1994. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om deze te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard.