Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 november 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het handelen in strijd met een gesloten verklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, zoals vastgelegd in bord C 6 bijlage I RVV 1990. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 1 november 2022 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, evenals de heer R. Sieben, die namens R.O.N. Stalling B.V. verscheen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de relevante stukken, waaronder de verklaring van de verbalisant, in overweging genomen. Betrokkene betwistte de gedraging niet, maar voerde aan dat hij in het bezit was van een ontheffing. Hij stelde dat de gemeente enige tijd niet had gehandhaafd, waardoor hij niet eerder aan de verlenging van de ontheffing had gedacht. Inmiddels zou hij weer in het bezit zijn van een geldige ontheffing.
De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, aangezien betrokkene niet in het bezit was van een geldige ontheffing op het moment van de gedraging. De kantonrechter concludeerde dat het verzuim van betrokkene om tijdig zijn ontheffing te verlengen voor zijn eigen rekening en risico kwam. Daarom verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond.