ECLI:NL:RBNHO:2022:12393
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van de rechter in strafzaak
Op 7 oktober 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, in de wrakingskamer, een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door een verzoeker, geboren op 20 oktober 1982 in Israël en thans gedetineerd in Justitieel Complex Schiphol. Het verzoek was gericht tegen mr. G.D. Kleijne, de rechter die belast was met de beoordeling van de vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis in de hoofdzaak met parketnummer 15-004598-22. Tijdens de zitting op dezelfde dag heeft de verzoeker, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Melliti, zijn bezwaren tegen de rechter toegelicht. De verzoeker stelde dat de rechter op boze toon had gezegd dat hij de schorsingsvoorwaarde had overtreden, wat volgens hem duidde op vooringenomenheid en partijdigheid.
De rechtbank heeft de argumenten van de verzoeker beoordeeld en vastgesteld dat de rechter in zijn rol als ondervrager handelde en dat zijn opmerkingen niet duidden op vooringenomenheid. De rechtbank benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat de feiten en omstandigheden die door de verzoeker waren aangevoerd, geen grond vormden voor de vrees dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. Daarom werd het verzoek tot wraking afgewezen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter mr. C.S. Schoorl, samen met de leden mr. R.H.M. Bruin en mr. N. Boots. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.