ECLI:NL:RBNHO:2022:12378

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 december 2022
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
10120568 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde verkeersboete wegens snelheidsovertreding binnen bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd wegens een snelheidsovertreding. De betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 17 km per uur harder dan toegestaan binnen de bebouwde kom. Na het indienen van beroep bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, heeft de betrokkene de zaak voorgelegd aan de kantonrechter. Tijdens de zitting op 2 december 2022 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging voldoende is komen vast te staan, onderbouwd door de verklaring van de verbalisant die ter plaatse was en de snelheid heeft gemeten met een mobiele radar. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant betrouwbaar was en dat er geen reden was om te twijfelen aan de juistheid van de meting. Het verweer van de betrokkene, dat er mogelijk afwijkende bebording aanwezig was of dat er bebording ontbrak, werd als onvoldoende beschouwd.

De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10120568 \ WM VERZ 22-865
CJIB-nummer : 247864179
Uitspraakdatum : 8 december 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Bezwaartegenverkeersboetes.nl

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 2 december 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 17 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Uit de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht blijkt dat de snelheidsovertreding is vastgesteld met behulp van een mobiele radar, waarbij de verbalisant dus zelf ter plaatse aanwezig was en dat een snelheid gold van 50 km/u. Uit vaste rechtspraak volgt dat in geval van een mobiele controle, zoals hier aan de orde, het uitgangspunt is dat de verbalisant die ter plaatste aanwezig is, voorafgaand aan de controle de bebording heeft gecontroleerd (zie de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 februari 2020, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, met nummer ECLI:NL: GHARL:2020:1803). De enkele stelling dat er ter plaatse mogelijk bebording met afwijkende maximale snelheid kan hebben gestaan of dat er bebording ontbreekt, is daartegenover onvoldoende reden om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Het verweer dat de meting onjuist zou zijn, omdat de verschilsnelheid tussen het gemeten voertuig en het voertuig waarin de radarsnelheidsmeter zich bevindt niet blijkt uit de stukken, treft geen doel. Geen rechtsregel verplicht ertoe, dat een verschilsnelheid wordt vermeld. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: