ECLI:NL:RBNHO:2022:12370

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
10120560 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens niet-verzekeren van bromfiets met gematigde boete

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 december 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een bromfiets. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 2 december 2022 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de termijnoverschrijding van betrokkene als verschoonbaar beoordeeld, waardoor de inhoudelijke behandeling van de zaak mogelijk was.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de boete terecht was opgelegd, omdat het voertuig op de betreffende datum onverzekerd was en niet geschorst bij de RDW. Echter, gezien de persoonlijke omstandigheden van betrokkene en het feit dat er kort na de eerste boete een tweede boete was opgelegd, heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot € 185,00. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard. De kantonrechter heeft bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.

Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland in Alkmaar.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10120560 \ WM VERZ 22-864
CJIB-nummer : 242800622
Uitspraakdatum : 2 december 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
[gemachtigde]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 2 december 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een bromfiets niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene heeft het beroep bij de kantonrechter te laat ingesteld. De kantonrechter acht deze termijnoverschrijding, gelet op de persoonlijke omstandigheden in dit specifieke geval verschoonbaar, zodat wordt toegekomen aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.
De kantonrechter overweegt dat de boete terecht is opgelegd, omdat het voertuig op de genoemde datum onverzekerd was en evenmin geschorst bij de RDW. Er is echter aanleiding om de boete te matigen tot € 185,00, omdat ter zitting is gebleken dat aan betrokkene binnen korte tijd na deze boete een tweede boete is opgelegd. Voorts is voldoende aannemelijk dat het voertuig niet op de openbare weg is geweest.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 185,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: