ECLI:NL:RBNHO:2022:12353

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 juni 2022
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
9801035 \ WM VERZ 22-384
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens te hard rijden binnen bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 juni 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene voor het overschrijden van de snelheid binnen de bebouwde kom. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. J. Houweling van Verkeersboete.nl, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie die het beroep ongegrond verklaarde. De zaak werd behandeld op de zitting van 7 juni 2022, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig waren.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de officier van justitie voldoende bewijs heeft geleverd, waaronder schouwrapporten en fotoafdrukken van Googlemaps, waaruit blijkt dat het verkeersbord H1 ten tijde van de gedraging op 17 april 2021 correct was geplaatst. De betrokkene betwistte de deugdelijkheid van het bord, maar de kantonrechter oordeelde dat de overgelegde gegevens voldoende waren om de gedraging vast te stellen. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat het beroep ongegrond werd verklaard.

De uitspraak benadrukt het belang van de juiste bebording en de noodzaak voor de betrokkene om voldoende bewijs te leveren als er wordt betwist dat de bebording correct was. De kantonrechter heeft de boete als terecht opgelegd beschouwd en heeft de mogelijkheid voor hoger beroep uiteengezet, waarbij de betrokkene binnen zes weken na de toezending van de uitspraak in hoger beroep kan gaan bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 9801035 \ WM VERZ 22-384
CJIB-nummer : 240722246
Uitspraakdatum : 14 juni 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : mr. J. Houweling, Verkeersboete.nl te Zoetermeer.

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 juni 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen.
De vertegenwoordiger van officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting aanvullende stukken overgelegd, bestaande uit een proces verbaal van schouw van 15 juli 2021, schouwrapportage 2021 flitskast 3894 en een fotoafdruk van Googlemaps van maart 2021 en van augustus 2021, beide van bord H1 ter plaatse.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 7 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De gemachtigde van betrokkene betwist dat sprake was van een deugdelijk bord H1, waarmee het begin van de bebouwde kom is aangegeven. Uit het dossier is niet gebleken dat (kort) voor aanvang van de controle de bebording is gecontroleerd. Uit het dossier is niet gebleken van een toereikend schouwrapport, zodat de gedraging onvoldoende vast staat, aldus gemachtigde.
Volgens vaste rechtspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwaren kan in gevallen waarbij de gedraging op geautomatiseerde wijze is vastgesteld door apparatuur die in een vaste flitspaal is gemonteerd, zoals in dit geval, een betwisting van de bebording slechts worden weerlegd aan de hand van (nadere) informatie, zoals een proces-verbaal of schouwrapport.
Op de zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie een proces-verbaal van schouw van 15 juli 2021 overgelegd met daarbij een fotoafdruk van Googlemaps van maart 2021 met daarop zichtbaar de betreffende H1-bebording (de bebouwde kom) en A1-bebording (50 km/h) en een schouwrapportage van onder andere 9 maart 2021, 14 april 2021 en 18 mei 2021 met de opmerking van de verbalisant: “schouw flitspaal 3894 en bebording. Geen bijzonderheden geconstateerd.” Tevens heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie een fotoafdruk van Googlemaps overgelegd van augustus 2021, met daarop zichtbaar de betreffende H1-bebording (de bebouwde kom) en A1-bebording (50 km/h).
De door de officier van justitie overgelegde gegevens zijn naar het oordeel van de kantonrechter voldoende om te kunnen vaststellen dat ten tijde van de gedragingen op 17 april 2021 het bord H1 was geplaatst en is gepasseerd, zodat voldoende is komen vast te staan dat de gedraging is begaan. De boete is dus terecht opgelegd.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek op vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: